Er ligt bijvoorbeeld een bestuursovereenkomst dat er in Noordoostpolder niet meer dan duizend asielzoekers zouden komen. Die wonen al in het asielzoekerscentrum in Luttelgeest, op loopafstand van de locatie van het mogelijke aanmeldcentrum. In dat centrum zouden nog eens 250 tot 300 mensen worden opgevangen. Hoe de staatssecretaris dat gaat regelen beslist hij na zijn gesprekken.

De kavel die het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft gekocht in Bant is veel groter dan nodig is. Verbeek heeft de bewindsman aangeraden om de overtollige grond weer aan te bieden aan de gemeente, maar ook daarover is nog niets besloten. Van der Burg liet woensdag in antwoord op Kamervragen weten dat hij hoopt dat dwang rond de komst van het aanmeldcentrum niet nodig is. Noordoostpolder is er geen voorstander van.

Verbeek moest woensdagavond aan Provinciale Staten van Flevoland uitleggen wat zijn rol is geweest rondom de aankoop van de kavel. Zijn optreden is als dreigend en directief opgevat. De commissaris zei woensdag dat het hem spijt dat de gemeenteraad van Noordoostpolder zich geschoffeerd voelt. Verbeek bood woensdag zijn verontschuldigingen aan voor de manier waarop hij de zaak heeft aangepakt. Het doet hem pijn, zei hij, dat hij niet in staat is geweest om alles te laten lopen zoals het had gemoeten.

Verbeek wees er woensdag nadrukkelijk op dat hij een opdracht kreeg van de staatssecretaris. Hij moest in Noordoostpolder gaan vertellen over de voorgenomen komst van het aanmeldcentrum en daar volstrekt helder over zijn, zei hij. „Daarom heb ik misschien een te harde toon aangeslagen. Maar laat duidelijk zijn: als ik iets moet doen van de regering dan heb ik dat te doen. Het zou alleen beter zijn geweest als de staatssecretaris veel sneller na mijn bezoek zelf was gaan praten, zoals hij ook van plan was. Dat heeft veel te lang geduurd”, aldus Verbeek. Van der Burg is vorige week en woensdagavond in Noordoostpolder geweest.

Verbeek overleefde woensdagavond een motie van wantrouwen.