Gemeenteopbouw in Frankrijk: met goede muziek
Zending is niet alleen Evangelieverkondiging, maar omvat alles waartoe de kerk in de wereld is gezonden. Dat is de ervaring van missioloog dr. Evert van de Poll gedurende 22 jaar docentschap missiologie aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven. Hij neemt deze dinsdag afscheid.
Dr. Van de Poll (69) heeft zich veel beziggehouden met de analyse van de Europese culturen, ook van de Europese gedachte dat er een lotsverbondenheid bestaat tussen de Europese volken. „Die onderwerpen staan nog veraf van theologen en missiologen, terwijl we alle dagen leven en werken in deze Europese ruimte. De ETF bevindt zich zelfs op enkele kilometers van de Europese instanties in Brussel. Als dat niet tot nadenken stemt.”
Roeping
Van de Poll was aanvankelijk predikant in de toen nog hervormd-gereformeerde federatie te Lelystad. Vanaf 1993 waren er spanningen met een deel van de kerkenraad en landelijke instanties over weinig of meer ruimte voor een evangelische geloofsbeleving, Schriftgetrouwe prediking, gevoelig liggende ethische vraagstukken en liturgische vrijheid. Van de Poll: „Die spanningen hebben geleid tot een spreekverbod, en kort daarop tot het einde van mijn predikantschap, begin 1995.”
Hij verhuisde in 1998 met vrouw en kinderen naar Frankrijk, met als doel daar bij te dragen aan gemeenteopbouw en evangelisatie. Kort daarop benoemde de Franse baptistenfederatie Van der Poll en zijn vrouw tot voorgangersechtpaar, met de vraag te gaan werken in het kader van de afdeling inwendige zending (”mission intérieure”). „Zo hebben we in de loop der jaren als voorgangers leiding gegeven aan nieuwe gemeente-initiatieven in een aantal steden in Frankrijk. Daarnaast kwam ik in contact met wat toen nog het Bijbelinstituut België heette en wat later de ETF is geworden. In 2001 ben ik daar begonnen als docent praktische theologie en missiologie. Ik vond het boeiend onderwijs en werken in de praktijk met elkaar te combineren.”
Wat was uw belangrijkste ervaring in Frankrijk?
„Terugkijkend, kan ik alleen maar dankbaar zijn voor alles wat we hebben geleerd. Er ging een heel nieuwe wereld voor ons open: het mooie Franse land, de rijke Franse cultuur en geschiedenis, de rijke historie van de kerk. Niet alleen de rooms-katholieke, maar ook protestantse. Denk maar aan Calvijn en Farel, aan Marot, Bourgeois en Maître Pierre, van onze psalmen. En niet te vergeten de Fransen zelf, waar we het goed mee kunnen vinden. We zijn dankbaar voor de ervaringen in de opbouw van gemeenten, voor de mensen die tot geloof zijn gekomen, en voor wat dat alles met onszelf heeft gedaan. We zouden dat voor geen goud hebben willen missen.”
Hoe kregen daar zending en verkondiging gestalte?
„Kort gezegd, via het netwerk van persoonlijke en vriendschappelijke contacten. In dat opzicht is muziek belangrijk voor mijn vrouw en ik, want daardoor komen we in natuurlijk contact met tal van mensen die ver van kerk en geloof leven, maar die wel houden van klassieke muziek. Ook van ”musique sacrée”, geestelijke muziek, zoals oratoria, missen, cantates en zo meer. Dat leidt zomaar tot, soms diepe, gesprekken over geestelijke zaken.
Een andere factor is de geloofsgemeenschap zelf. Eraan meewerken dat de gelovigen opgebouwd worden, dat het onderwijs in relatie staat tot hun werkelijke behoeften en dat de zondagse dienst goed verzorgd en de muziek van kwaliteit is.
En vooral het persoonlijke contact met de mensen, zoals in huisbezoeken of tijdens een gezamenlijke maaltijd, is belangrijk. Als mensen enthousiast zijn over hun gemeente, nodigen ze gemakkelijk anderen uit. Vaak namen jongeren hun ongelovige vriend of vriendin mee met wie ze al een relatie hadden. En zo ontdekten sommigen van hen de weg van het geloof. Aan georganiseerde evangelisatieacties zijn we amper toegekomen.”
Wat gaat u doen na uw afscheid in Leuven? Blijft u in Frankrijk wonen?
„Na 22 jaar komt er een officieel einde aan mijn docentschap aan de ETF, al blijf ik nog wel als gastdocent verbonden, alsmede aan de Faculteit voor Evangelische Theologie in Vaux-sur-Seine, bij Parijs. Wat ook doorgaat, zijn de lezingen en zondagse spreekbeurten, zo nu en dan, in Frankrijk en omringende landen. Verder is er het werk in de commissies voor de relatie met het Jodendom van de Franse Protestantse Federatie, de Nationale Raad van Evangelischen in Frankrijk, en in de dialooggroep van de Wereld Evangelische Alliantie en de Internationale Joodse Raad voor Interreligieuze Contacten.
Sinds een aantal jaren hebben we geen verantwoordelijkheid meer voor een plaatselijke gemeente. Daardoor hebben we gelukkig meer tijd voor muziek. Ik ben hoofdorganist van de Protestantse Kerk in Nîmes, geef regelmatig orgelconcerten en zo nu en dan een pianorecital.
Of we in Frankrijk blijven wonen, blijft vooralsnog een open vraag. Mijn vrouw voelt zich hier, nog meer dan ik, als een vis in het water. Maar onze kinderen en kleinkinderen wonen in Nederland.”