Arend Clements, woordvoerder van de protestantse gemeente Rotterdam-Zuid, die de kerk verkocht heeft, vindt de uitspraak van de rechtbank in de „lijn der verwachting.” Clements: „De verkoop vond op volstrekt legale wijze plaats. De kans dat eisers gelijk zouden krijgen was zeer gering, zeker ook gelet op de uitspraak van de kerkelijke rechtbank.” Hij hoopt dat de verkoop zo spoedig mogelijk afgewikkeld wordt.

De Breepleinkerk in Rotterdam-Zuid is de laatste jaren bekend geworden door de Joodse onderduikers die hier in de oorlog jarenlang op de orgelzolders verbleven. Het kerkgebouw was in handen van de protestantse gemeente Rotterdam-Zuid, die er sinds 2013 geen diensten meer hield. Ze verhuurde de kerk aan de stichting Vrienden van de Breepleinkerk en van de Orgelzolders en Stichting Schuilplaats Orgelzolders.

Per 1 januari 2021 heeft zij de kerk verkocht aan de Levend Woordgemeente. Dat was tegen de zin van beide stichtingen en van 51 leden van de protestantse gemeente te Rotterdam-Zuid, die bezwaar aantekenden tegen de verkoop van de Breepleinkerk, zowel bij de wereldlijke als bij de kerkelijke rechter. Zij vreesden door de overdracht te worden beperkt in hun toegang tot de kerk en ze betwistten de rechtsgeldigheid van de verkoop.

Deze zomer verklaarde het generaal college voor de behandeling van bezwaren en geschillen van de Protestantse Kerk in Nederland de bezwaarden niet-ontvankelijk. Nu heeft de rechtbank Rotterdam hetzelfde gedaan.