Van der Burg meent rechter te kunnen overtuigen nareisstop
Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) vindt dat het kabinet een „goed verhaal” heeft richting de rechter. Hij doelt op de maatregel om nareizigers pas toe te laten in Nederland als de statushouder - de directe familie van de nareiziger - een woning heeft. „Als de rechter zegt dat het niet mag, dan zeg ik: met de manier waarop we mensen nu opvangen, voldoen we ook niet aan de regels.”
Dat zei Van der Burg op een VVD-bijeenkomst waar de leden in gesprek gingen met de staatssecretaris en Tweede Kamerlid Ruben Brekelmans over het vrijdag gesloten asielakkoord van het kabinet.
De staatssecretaris ziet dat er na vrijdag veel discussie is over de juridische houdbaarheid van onder meer de aanscherping van de regeling voor nareizigers. „We zien een spanning met Europese regelgeving”, zegt Van der Burg. Volgens hem heeft het kabinet twee keuzes. „Of we laten mensen in het gras en in tenten slapen, waarmee we niet voldoen aan Europese regels. Of we laten mensen langer wachten om naar Nederland te komen tot er een woning is. We kiezen voor het laatste.”
Hij erkent dat de inperking voor nareizigers een „zeer pijnlijke maatregel is”. Dat geldt volgens hem binnen de coalitie met name voor de ChristenUnie en D66, en misschien minder voor de VVD.
Met de nieuwe regels moeten nareizigers vijftien maanden wachten voordat ze mogen worden herenigd met hun familie. „Statushouders hebben vaak eerder een woning”, zei Van der Burg. Ongeveer een op de vijf statushouders zou al een huis hebben tegen de tijd dat ze een verblijfsvergunning krijgen.
De doorstroming vanuit de asielopvang naar een al dan niet tijdelijke woning is ook onderdeel van het plan dat het kabinet vrijdag presenteerde. De komende tijd moeten er 37.500 flexwoningen beschikbaar komen, waarvan een derde voor statushouders. Van der Burg wees erop dat er al nieuwe projecten zijn aangekondigd in Utrecht en Amsterdam. Hij zei dat er vergelijkbare plannen in de maak zijn voor Vlaardingen en Lansingerland.