Duits-Deens windpark in Oostzee moet Russisch gas vervangen
Een nieuwe Duits-Deense windenergiecentrale van 9 miljard euro in de Oostzee zal een belangrijke bijdrage leveren aan het streven om Europa onafhankelijk te maken van Russisch gas. Dat verklaren de regeringen van Duitsland en Denemarken.
Het zogeheten Bornholm Energy Island in de Oostzee zal verschillende windparken met elkaar verbinden en de energie die ze produceren tussen de twee landen verdelen. Het project zal meer dan 3 gigawatt energie opwekken. Dat is genoeg om 4,1 miljoen huishoudens van stroom te voorzien. De windenergiecentrale zal in 2030 in gebruik worden genomen.
Volgens de Duitse minister van Economie en Klimaat, Robert Habeck, is het de eerste keer in Europa dat twee landen samenwerken aan een dergelijk project. Het project heeft volgens de Deense regering 3 miljard euro aan investeringen nodig voor de infrastructuur en 6 miljard euro voor de bouw van het offshore windpark.
De Duitse netwerkaanbieder 50Hertz en zijn Deense branchegenoot Energinet, die de energiehub en de verbinding met het vasteland gaan bouwen, delen zowel de kosten als de winst van het project. Als het is opgestart, krijgen de Baltische staten en Polen de kans om zich bij het project aan te sluiten. Elke nieuwe partner heeft daarbij de goedkeuring van zowel Duitsland als Denemarken nodig.
Het energie-eiland zal volgens Habeck dicht bij de grote pijpleidingen lopen die nu nog Russisch gas naar Europa vervoeren. „Maar nu zal het onze eigen energie zijn en niet langer Russisch gas”, aldus de Duitse minister. De Europese Commissie wil de offshore windcapaciteit van Europa tegen 2050 verhogen van het huidige niveau van 12 gigawatt naar 300 gigawatt.