Sommige ECB-beleidsmakers willen rentestap met 0,75 procentpunt
Sommige beleidsmakers van de Europese Centrale Bank (ECB) zouden tijdens de vergadering in september willen discussiëren over een rentestap met 0,75 procentpunt. Dat een dergelijke grote stap van 75 basispunten recessierisico’s met zich meebrengt, lijken ze voor lief te nemen. Vooral omdat het doel nu vooral moet zijn om de inflatie te beteugelen. Dat zeggen bronnen met directe kennis van het proces tegen persbureau Reuters.
De ECB verhoogde vorige maand de depositorente met 50 basispunten. Deze stap was al onverwacht groot. Op de markten wordt alom rekening gehouden met een soortgelijke verhoging tijdens de vergadering van 8 september. Dat komt vooral door de almaar oplopende inflatie die nu bijna in de dubbele cijfers uitkomt. Daarbij zou de geldontwaarding de komende tijd nog harder kunnen gaan.
Geen enkele beleidsmaker heeft tot dusver openlijk gepleit voor een stap met 0,75 procentpunt. Maar gelet op de verhoging van de rente met 75 basispunten door de Amerikaanse Federal Reserve en de verslechtering van de inflatievooruitzichten in de eurozone is dit wel voer voor discussie. Een woordvoerder van de ECB weigerde commentaar te geven op de geruchten in de markt.
De inflatie bedroeg vorige maand 8,9 procent, meer dan vier keer het streefcijfer van de ECB. Zonder de sterk schommelende prijzen voor eten en energie ligt de inflatie ook nog altijd twee keer hoger dan het streefgetal. Voor de vergadering van september wordt nog een nieuw inflatiecijfer bekend. Dit getal zal door de 25 bestuurders die over de rente zullen beslissen aandachtig worden bestudeerd.
Een te snelle rentestijging zou vooral zwakkere eurolanden zoals Italië kunnen raken, omdat de rentes op staatsschulden daar veel harder kunnen oplopen dan in sterkere landen. Dat zou, naast het riskeren van een eurocrisis, het doel van prijsstabiliteit in heel de eurozone dwarszitten.