Het eeuwige Woord
Psalm 104:3
„Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.”
Het is niet moeilijk te verstaan Wie de goddelijke Persoon is van Wie deze psalm spreekt. Dit blijkt uit de brief aan de Hebreeën, want de schrijver daarvan past het vierde vers van deze psalm toe op Christus (Hebreeën 1:7). De werken van de schepping en de voorzienigheid van God vormen het onderwerp, ja de hele inhoud van deze psalm. Johannes zegt ons dat het Woord Dat bij God was en God was alle dingen heeft gemaakt. „Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is” (Johannes 1:3). Daarom heeft Hij er krachtens Zijn natuur recht op (Ezechiël 21:27). Hij raakte dit recht niet kwijt door Zijn menswording, want als Immanuël, of God in de natuur van de mens, is Hij aangewezen tot Erfgenaam van alle dingen (Hebreeën 1:2).
Onder de zeer krachtdadige werking van de Heilige Geest wekt de psalmdichter zijn ziel op om de Heere te loven of om alle lof en aanbidding toe te brengen aan Hem Die de grootste Zegen is en de Bron van alle zegeningen aan ons. David, die wist dat hij naar zijn koninklijk ambt een type was van Christus, aanschouwt Hem met het oog des geloofs in al Zijn onderscheidingstekenen of in Zijn Goddelijke kenmerken als tussentredende Koning van Sion. Zijn kroon, Zijn Goddelijke heerlijkheid en Zijn Koninklijke gewaad zijn een eeuwig licht.
William Huntington, predikant te Londen
(”Een gewillig volk door de liefde van Christus”, 1835)
William Huntington (1745-1813) was predikant in Engeland. Hij werd geboren in een arm gezin in Cranbrook (Kent). Huntington werd kolensjouwer. Vanaf 1773 ging hij voor als predikant. Hij preekte vooral in Sunbury-on-Thames. In 1782 werd hij predikant in Londen en trok er veel volk. Achter zijn naam schreef hij S.S., Saved Sinner (geredde zondaar). Verschillende van zijn geschriften zijn ook in het Nederlands vertaald, zoals ”De Kassier der armen” en ”Het koninkrijk der hemelen ingenomen door het gebed”.