Deze vraag stelde ds. R. Bakker van de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Kinderdijk de aanwezige leerlingen, en de mbostudenten van Hoornbeeck Gomarus, bij de start van het schooljaar in de Boazkerk in Sliedrecht. De andere bijeenkomsten van de Gomarus vonden plaats in Werkendam en Geldermalsen.

Als vader wist ds. Bakker ook dat kinderen blij kunnen zijn als het vrijdag is. „Maar waarom verlang je naar het weekeinde? Omdat het dan snel zondag is of om je in een heel andere wereld uit te kunnen leven, zoals de wereld van mode, muziek en media?”

Strijd tegen de wereldse begeerlijkheden, hield de predikant de leerlingen voor. „In welke wereld leef je, naar welke wereld reis je? Zoek het verborgen leven met Christus.”

Onderwijsdirecteur C. van Rijswijk richtte de aandacht van de scholieren en studenten op het christenleven van een burger van twee koninkrijken: het Koninkrijk van God en het Koninkrijk der Nederlanden.

De moord van een Franse leraar door een radicale moslim in 2020 toonde het botsen van culturen, in woorden en daden, stelde Van Rijswijk. „En die botsing van culturen wordt niet minder; dat ziet onze overheid ook. Daarom heeft zij een wet voor burgerschapsonderwijs opgesteld. Onder meer om leerlingen te leren met verschillen in onze samenleving om te gaan.”

De wetenschapper Simon Stevin schreef in de zestiende eeuw al over wat burgerschap inhield. „Maar we kunnen verder teruggaan: 3400 jaar geleden gaf de HEERE Zijn wetgeving op de Sinaï. Die draait om het liefhebben van God boven alles, en je naaste als jezelf: wees een getrouw burger van Gods Koninkrijk én van het land waarin je woont.”

Over beide werelden schrijft de Bijbel veel, merkte hij op. „De Heere Jezus zegt: „Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid.” En over deze wereld schrijft de apostel Johannes: „Heb de wereld niet lief.””

Aan de hand van Bijbelteksten onderstreepte Van Rijswijk de positieve kanten van burgerschapsvorming. „Denk aan een maatschappelijke stage van leerlingen in een seniorencomplex. Ze leren zo dat het belangrijk is anderen te helpen.”

Een bezoek van havo 4-leerlingen aan een nabijgelegen woonwijk met culturele minderheden resulteerde in een opmerking die de sectordirecteur raakte: „Een buurtbewoner zei: „We zijn al blij als jullie ons voortaan groeten, in plaats van naroepen en uitschelden.” Onbekend maakt inderdaad onbemind. Maar de Heere Jezus zegt dat we onze naaste moeten liefhebben.”

Van Rijswijk uitte ook zijn zorgen over het overheidsbeleid. „Het begrijpen van andersdenkenden is belangrijk. Maar het liefhebben van God gaat boven alles. Voor dat standpunt neemt het begrip af. We merken dat de overheid steeds meer probeert te sturen. Draag ons daarom mee in jullie gebed.”

De Gomarus start dit schooljaar met 1838 leerlingen, onder wie 17 Oekraïense, twee minder dan vorig jaar.