Liefdevol kloppen
Hooglied 5:2a
„Ik sliep, maar mijn hart waakte; de stem mijns Liefsten, Die klopte, was: Doe Mij open, Mijn zuster…”
Zolang Jezus door genade geen zegevierende intrede in onze zielen gedaan heeft, missen wij Hem in onze harten. De Zaligmaker kan ook bij iemand die reeds genade kent buitenstaan. Wij zien het in de bruid (Hooglied 5:2). Niet in Zijn Persoon en het aandeel van Hem. Als zij Hem eens door het geloof in hun harten hebben ingelaten, dan blijft Hij er ook eeuwig in, en wijkt met Zijn Geest nooit meer van hen. Maar met Zijn nabijheid, Zijn gevoelige tegenwoordigheid en Zijn nauwe gemeenschapsoefening wijkt Hij meermalen van Zijn volk, om allerlei heilige, rechtvaardige en wijze bedoelingen, zodat Hij buitenstaat.
Dit staan voor de deur drukt ook uit dat de deur voor Jezus gesloten was. Van nature hebben wij een gesloten hart voor Christus, en wij houden het gesloten zolang wij kunnen. Wat zitten er niet veel sloten voor de deur die Jezus buiten houden. De duivel, de zonde en de wereld kunnen erin en eruit trekken zo veel zij willen. Voor hen houden wij de deur open, maar de beminnelijke Jezus moet buiten blijven staan.
Wilt u eens horen wat voor sloten er al zijn die het hart voor de Zaligmaker gesloten houden? Het is het slot van onwetendheid en onkunde, een slot van blindheid: men ziet geen gedaante of heerlijkheid in Christus, dat men Hem begeren zou (Jesaja 53).
Th. Avinck, ouderling en oefenaar te De Bilt
(”12 Practicale verhandelingen”, 1784)