Hier ben Ik
Jesaja 65:1
„Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden, Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten; tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik.” Jezus staat met open oog en luisterend oor, de voeten altijd vaardig en altijd met de wil om binnen te trekken bij de arme zondaar: de zondaar die zijn hart voor Hem openzet en Hem maar wil ontvangen en binnenlaten.
Kom, laten wij eens in details zien, wat dit „staan aan de deur” zoal betekent. Hopelijk worden wij in die ontfermende handelwijze door Gods Geest zo ingeleid dat wij het niet over ons hart verkrijgen kunnen om Jezus nog langer buiten te laten staan. Ik hoop dat wij eens onder dit voorstel in gelovige eerbied uitroepen: „Kom in, Gezegende des Heeren. Waarom zou U buiten blijven staan?”
Dit staan van Jezus aan de deur betekent dat de Heiland al tot de ziel was genaderd. Zij lagen in laksheid, lauwheid, verwaandheid en trotse verbeelding neer. Zij zochten niet naar Jezus, ze vroegen niet naar Hem. Zij keken niet eens naar Hem om. Maar kijk, daar komt de ontfermende Zaligmaker. Die gaat hén opzoeken, Die gaat daar aan de deur van hun hart staan.
Zo doet Hij nog. Jezus is de eerste Die van Zijn kant de ziel opzoekt. Dat Woord zal eeuwig ”amen” blijven: „Ik ben gevonden door hen, die naar Mij niet vroegen, en tot hen die Mij niet zochten; tot dat volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd is heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik” (Jesaja 65:1).
Th. Avinck, ouderling en oefenaar te De Bilt
(”12 Practicale verhandelingen”, 1784)