Pont op het Zwarte Water heeft lange geschiedenis
Peter Uipkes en Kees Langejan uit Alphen aan de Rijn zijn bezig met een rondje Zuiderzee in vijf dagen. Ze vinden de oversteek een leuke onderbreking. Beide vrienden hebben overnacht op een boerderij in Vollenhove. Eerder fietsten ze om de Noordzee en kwamen toen onder meer door Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Schotland.
Sam verkoopt vandaag de kaartjes, in de aanhoudende regen. Zo gauw ze daarmee klaar is, verdwijnt ze weer in de stuurhut. „Het is begonnen als bijbaantje, maar ik werk hier nu al vier jaar als vaste kracht. Het is leuk werk, veel beter dan in een fabriek. Vooral de contacten met de mensen vind ik mooi. De meesten zijn bekenden.”
„We kunnen per keer tien auto’s meenemen”, vertelt de collega van Sam, die niet met naam in de krant wil. Hij is afkomstig uit de binnenvaart, maar werkt nu al zeven jaar op de pont.
Deze veerpont is een van de weinige in Nederland die aan twee kabels vastzit, vertelt de Genemuidenaar. Dat is vanwege de ligging dicht bij het IJsselmeer; daardoor ontstaat veel stroming in beide richtingen.
Het veer van Genemuiden heeft een lange geschiedenis. Oorspronkelijk was het eigendom van de bisschop van Utrecht. Al in 1347 droeg bisschop Jan van Arkel de rechten over aan Genemuiden, met als voorwaarde een vrije overtocht voor hem en zijn ambtenaren. Een zwarte bladzijde in de historie van de veerdienst is de ramp van 8 maart 1922, waarbij tijdens een zuidwesterstorm elf opvarenden het leven verloren.