Groen & duurzaamheidStankoverlast

Mosdiertje doet Nederlandse stranden stinken

Ze spoelen weer in groten getale aan: de harige mosdiertjes. Ook de visserij ervaart er veel overlast van. Waar de massastrandingen op onder meer Ameland vandaan komen, blijft een mysterie.

Rosalie Mulder en Jan Spoelstra​
10 August 2022 07:47
Deel van een kolonie mosdiertjes op de stranden van Ameland. De gemeente laat deze “overlast” tot enkele keren per week van de stranden verwijderen zoals hier op het strand bij Nes. beeld Jan Spoelstra
Deel van een kolonie mosdiertjes op de stranden van Ameland. De gemeente laat deze “overlast” tot enkele keren per week van de stranden verwijderen zoals hier op het strand bij Nes. beeld Jan Spoelstra

Wageningen University & Research (WUR) doet nu in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) onderzoek naar de verspreiding van de mosdiertjes, en zoekt daarbij naar mogelijke oplossingen voor de vissers. Het onderzoek moet in september klaar zijn.

Het harig mosdiertje (in wetenschappelijke termen ook wel bekend als Electra pilosa) is een klein diertje van maximaal een millimeter groot die in kolonies leeft. Het heeft kleine stekeltjes aan het oppervlak en vangt met een soort tentakel voedsel, zoals plankton en microalgen. Mosdiertjes komen over de hele wereld voor en kunnen in elk soort water overleven. De kolonies vormen de vele ‘bosjes’ die we op de stranden zien: het zijn dus honderden diertjes die samenkleven. Ze worden door de stroming van de zee aan land geduwd.

De eerste recente massastranding was in januari 2020, vertelt marine ecoloog Reinier Nauta van WUR Marine die het onderzoek leidt. De mosdiertjes kunnen het hele jaar door aanspoelen aan de Noordzeekust. Het fenomeen geeft vooral (stank)overlast in de zomer, als de dode diertjes in de zon beginnen te rotten. Gemeenten ruimen ze dan op van de (bad)stranden. „Dat moet je ook wel doen om de overlast terug te dringen. Het gaat om heel veel biomassa.”

De mosdiertjes groeien standaard in een platte vorm, als een laagje op een oppervlakte. Ze kunnen ook omhoog groeien en dan vormt het een 3D-structuur, zoals de hopen op de stranden. „De groeivorm was al wel bekend, maar deze mate is absurd”, zegt Nauta over het fenomeen van de laatste jaren.

Visvangst

De massastrandingen zijn al een keer voorgekomen: dat was in 1965. Het trof toen vooral de Duitse stranden. „Waar het specifiek vandaan komt weten we niet, dat is het raadsel. Het is ook moeilijk terug te vinden in de literatuur”, vertelt Nauta. „Dat maakt het aan de ene kant interessant, maar aan de andere kant ook lastig. Want hoe onderzoek je zoiets?”

De mosdiertjes zijn overigens tot nu toe sowieso niet vaak onderzocht, voegt hij toe. „Het is een onderbelichte groep, dat zie je aan de kennis die er is.”

De visserij ervaart veel problemen van de massale groepen mosdiertjes. De netten gaan bijvoorbeeld vol zitten met ‘bloemetjes’, zoals vissers ze noemen – de vele mosdiertjes dus. „Vissen wordt dan bijna onmogelijk. De visvangst is slecht en het kan ook gebeuren dat de netten scheuren door het gewicht. Als het net scheurt, dan kun je zo tienduizend euro omzet kwijt zijn”, laat een woordvoerder van de Nederlandse Vissersbond weten. Bovendien worden de netten vies en moeten ze dan eerst weer worden schoongemaakt.

18494437.JPG
Het harig mosdiertje Electra pilosa. beeld Jan Spoelstra

„Vissers zelf mijden gebieden waarvan ze vermoeden dat er risico op schade bestaat, bijvoorbeeld omdat ze dit daar vorige week ook al hebben gehad. En dat geven ze dan aan elkaar door. Maar die plekken zijn nu nog willekeurig, en het wisselt ook per week. Het is dus lastig.”

Als onderdeel van het onderzoek heeft WUR Marine een enquête onder vissers rond laten gaan, met onder meer de vraag waar zij de mosdiertjes vooral tegenkomen en waar zich dus de hotspots bevinden. „Zij hebben een stuk meer praktische ervaringen”, zegt Nauta.

De onderzoekers hebben ongeveer vijftig reacties ontvangen. Die worden de komende tijd verder bekeken, samen met data van mosdiertjes die in de Noordzee zijn verzameld. Daaruit moeten adviezen rollen voor de visserij, bijvoorbeeld welke gebieden het beste kunnen worden vermeden en welk type net het beste is. Ondanks de grote overlast die het geeft voor zowel de visserij als de stranden, is bestrijden in ieder geval geen optie: dat heeft op zee geen zin.

Marine ecologen

Het onderzoek voor LNV richt zich dus vooral op de praktische kant van het fenomeen – de oorzaken van de massastrandingen worden daar in principe niet in meegenomen. „Maar we onderzoeken wel waar het voorkomt, en dat geeft mogelijk ook een indicatie van waar het vandaan komt. Als we het bijvoorbeeld veel naast zandwinningsputten zien, dan bestaat er misschien een correlatie. Er gebeurt veel op de Noordzee”, zegt Nauta.

„Het is in verhouding maar een klein onderzoek wat we doen, maar dat roept wel meer vragen op. We blijven marine ecologen, dus het is ontzettend interessant om verder te kijken.”

Vorige zomer had Ameland al veel last van de aanspoelingen, en dit jaar spoelen de mosdiertjes opnieuw massaal aan op de badstranden van het eiland. De aangespoelde diertjes vormen een dikke strook op het strand, en dat heeft wat weg van een tapijt. Halverwege juli heeft de gemeente ze al twee keer op moeten ruimen.

„We ruimen de badstranden op als de mosdiertjes zijn aangespoeld en ze overlast geven voor de badgasten en inwoners. We brengen ze ver buiten het badstrand en daar strooien we ze uit. Dan drogen ze snel in en dan geeft het geen overlast meer”, zegt Heidi Bunicich van de gemeente Ameland. Dat blijkt inderdaad te werken: als ze zijn ingedroogd, geven ze die erge stank niet meer af. „En we doen elke dag een ronde om het te controleren. We blijven opruimen als dat nodig is.”

Waddenacademie

Ook voor het Waddeneiland is het een raadsel waar ze precies vandaan (kunnen) komen. In Friesland lijkt het erop dat de overlast deze zomer tot nog toe vooral Ameland treft, en het daarbij voornamelijk om Nes en Buren gaat. Maar dat zegt nog niks over de rest van de zomer – vorig jaar spoelden ze uiteindelijk ook aan de westkant van het eiland aan. „Er zijn dagen dat er niks aanspoelt, dat is heel bijzonder. Met elke vloed verandert het weer”, vertelt Bunicich. „En het is ook heel bijzonder dat het hier vorig jaar in juli was, en nu weer in juli.”

De gemeente is dan ook erg geïnteresseerd in het onderzoek naar de mosdiertjes. En inmiddels is ook de Waddenacademie aangehaakt bij het project van de WUR. „Toen we zagen dat Wageningen dat onderzoek aan het doen is, dachten we: laten we dat proberen te combineren”, laat Klaas Deen van de Waddenacademie weten. De gemeente en de Waddenacademie willen graag een aanvullend onderzoek naar de situatie van de mosdiertjes in de Waddenzee en wat die dan betekent voor de Waddeneilanden. Dat onderzoek wordt opgezet. Want hoe zit het toch met die mysterieuze wezentjes?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer