„Jongeren komen allereerst voor de sfeer”
KidsPrees voor kinderen, ReLoad-activiteiten voor jongeren. Met behulp van eigentijdse middelen probeert de CGJO, een van de twee jongerenorganisaties binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), het jeugdwerk in de plaatselijke gemeenten te ondersteunen. Dit seizoen viert de bond dat het landelijk georganiseerd jeugdwerk honderd jaar bestaat.
”Hé! ga mee op reis?” roept een KidsPrees-poster vanaf de wand. Op reis „met de Reisleid-STARS en leden van de Ronduit-Praiseband.” KidsPrees: een interactief middagprogramma voor kinderen vanaf ongeveer 8 jaar.
Ernaast een andere poster. ”ReLoad. Praise (met leden van Ronduit Praiseband) & Cabaret (met een nieuwe special van Voorwaar). www.cgjo.nl/reload”.
„Wij proberen vorm en inhoud te combineren”, zegt bureaucoördinator Arjan J. Walraven in de sobere vergaderruimte van het CGJO-kantoor in Apeldoorn. Op tafel wat werkmateriaal, in de karakteristieke CGJO-kleuren: oranje, zwart, wit.
Walraven (40): „Tijdens de ReLoad-avonden, bijvoorbeeld, zetten we een stevige boodschap neer, gebaseerd op ons jaarthema. Maar de sfeer op zulke avonden is ook heel belangrijk. Jongeren zijn daar geweldig gevoelig voor. Ze willen een goeie band, een goed geluid, kortom: kwaliteit, uitstraling.”
En het concept blijkt te werken, stelt hij vast. „De avonden die we tot nu toe hebben georganiseerd, waren met 550 jongeren per keer allemaal uitverkocht.”
Opmerking tijdens de laatste synode: Een eerste bijbelstudieweekend bracht maar twintig jongeren bij elkaar.
„Het weekend waarover het in het deputatenrapport ging, betrof een pilot, een proef. We hadden dat gepresenteerd in de vorm van een retraite- en relaxweekend. Maar dat bleek niet de juiste setting: er kwamen, inderdaad, maar twintig jongeren op af. De keer daarop hebben we het weekend op een andere manier opgezet, en toen kwamen er zeker honderd jongeren. De kritiek was dus niet terecht.”
Waar ligt de grens als het gaat om de vorm?
„We experimenteren daarmee. Soms slaan we de plank mis. Kijk, jongeren komen voor de combinatie: vorm en inhoud. En kijk ik naar mezelf: ik ging vroeger óók naar jv voor de vorm, voor de gezelligheid. Echt niet in de eerste plaats voor de inhoud. Bij jongeren van nu zie je dat nog steeds. Ze komen voor de geborgenheid, voor de sfeer. En dan hoop je dat ze ook de boodschap oppikken.”
Want de kerk hééft een boodschap, stelt Walraven. „Sterker nog: de kerk heeft de mooiste boodschap die er is: dat er redding is voor ieder mens. Grote vraag is alleen: Hoe leggen we die bij onze kinderen en jongeren neer? Als een antwoord op die vraag praise en cabaret is, dan doen wij het door middel daarvan. Het is zó belangrijk om kinderen en jongeren met het rijke Evangelie in aanraking te brengen. Vandaar ook ons jaarthema: ”Weg van Jezus”. Daar kun je verschillende kanten mee op. Ga je weg van Jezus? Of ben je weg van Hem? Op die leeftijd vallen wel de beslissingen!”
Dat Evangelie vraagt ook om praktisch handelen, aldus de bureaucoördinator. „Daarom benadrukken wij bijvoorbeeld ook het belang van het jeugddiaconaat. Het is belangrijk dat jongeren zich bewust worden van wat ze voor anderen kunnen betekenen. Jongeren kunnen veel, willen veel. Waarom zouden we daar niet veel meer gebruik van maken?”
Volgend jaar zomer, in de schoolvakantie, organiseert de bond een diaconale jongerenreis naar Zuid-Afrika. „Met zo veel mogelijk jongeren willen we dan gaan helpen bij een aids-preventieproject op een van onze zendingsterreinen. Om op die manier het Evangelie ook handen en voeten te geven.”
De geschiedenis van het landelijk georganiseerd jeugdwerk van de CGK begint in Amsterdam. Op 14 september 1904 richten zeven jongelingsverenigingen in ’s lands hoofdstad de Bond van Chr. Geref. J.V. op. De bond wil de deelnemende verenigingen dienen bij hun roeping, „dat de erbij aangesloten jongelingen door onderlinge samenwerking zich voorbereiden voor de hun wachtende taak in huisgezin, kerk, staat en maatschappij.”
In de loop van de twintigste eeuw sluiten zich meer en meer verenigingen aan. Per 1 januari 1978 fuseert de Jongerenbond met de Bond van Chr. Geref. Jeugdclubs. De CGJO ontstaat. Anno 2004 bedient deze organisatie, aldus de informatiefolder, 300 clubs en verenigingen met 5000 leden van 8-25 jaar in ongeveer 100 christelijke gereformeerde kerken en neemt zij „een niet weg te denken positie in in de Cgkerken.”
Een belangrijke, eind jaren negentig in gang gezette ontwikkeling is, zegt Walraven, die van jeugdbond naar jeugdbureau, van „aanbodgestuurd” naar „vraaggestuurd.” Sleutelwoorden hierbij zijn ”geïntegreerd jeugdwerk” en ”relationeel jeugdwerk”. Walraven: „In veel gemeenten is het jeugdwerk tot nu toe verdeeld over eilandjes. Je hebt de club, de catechese, de kindernevendienst, de zondagsschool, de jeugdouderling. Wat je vaak mist, is een stuk afstemming. Daarin willen wij de kerken graag van dienst zijn, door het aanbieden van materialen bijvoorbeeld. Maar we willen degenen die bij het jeugdwerk zijn betrokken ook meer bewust maken van hun verantwoordelijkheid ten opzichte van de kinderen en jongeren - relationeel jeugdwerk. In de zin van: Wie zijn de clubleden? Zijn er misschien problemen? Daarin kan het jeugdwerk een belangrijke taak vervullen.”
Voortdurend loopt de CGJO, met in totaal twee fte’s, aan tegen haar grenzen, moet hij constateren. „We zouden graag een volledig jeugdbureau zijn, maar daarvoor ontbreken ons de tijd en het geld. Dat betekent dus constant keuzes maken.” En waar mogelijk samenwerken: met HGJB, Youth for Christ en het jeugdwerk van de Nederlands Gereformeerde Kerken, het NGJ.
In de jaren zeventig ontstaat het -wat intussen heet- LCJ, het Landelijk Contact Jeugdverenigingen Christelijke Gereformeerde Kerken. Hierbij sluiten zich verenigingen aan die zich niet langer kunnen vinden in de koers van de CGJO, maar ook jv’s die nooit bij de bond zijn aangesloten geweest.
Walraven vindt het „nog steeds jammer dat het zo ver is gekomen.” Had de breuk voorkomen kunnen worden? „Ik weet het niet. Ik denk dat we eerlijk moeten uitspreken dat er twee groepen in onze kerken zijn. We moeten de CGJO en het LCJ ook niet zo tegenover elkaar zetten. Mensen, ook synodeleden, doen vaak net of de verschillen levensgroot zijn. Maar, om maar wat te noemen, ook de LCJ-bondsdag ziet er nu anders uit dan twintig jaar geleden. Beide jeugdorganisaties hebben hun eigen achterban. Die van ons bereik je over het algemeen niet met de werkwijze van het LCJ, en omgekeerd. Laten we dat van elkaar respecteren. Tegelijk geldt: We staan lang niet zo negatief meer tegenover elkaar als wel eens het geval is geweest.”
Ook het jeugdwerk binnen de CGK krijgt te maken met het stopzetten van subsidie door de overheid. En weliswaar besloot de synode in november de bijdrage van de kerken aan de beide jeugdorganisaties te verhogen, daarmee zijn de zorgen nog niet voorbij. „De omslag voor de kerken wás 1,50 euro per gemeentelid. We hadden gepleit deze te verhogen tot 3,50, dan zouden we op hetzelfde peil blijven als vóór het wegvallen van de subsidie. Maar het werd 2,50. En natuurlijk zijn we daar blij mee. Maar het betekent wel dat zowel de CGJO als het LCJ nu 37.500 euro per jaar minder krijgt. En dat zijn flinke bedragen - zeker gelet op het belang van ons werk.”
Ter gelegenheid van het jubileum belegt de CGJO op 15 januari 2005 een jubileumdag, met als thema ”Eeuw uit, Eeuw in”. Deze bijeenkomst, inclusief symposium, heeft plaats in Urk.