Liander: stroomnet in nog meer plaatsen overbelast
Op nog meer plekken op het elektriciteitsnet voor het leveren van stroom aan grootverbruikers is de maximale capaciteit bereikt, maakte netbeheerder Liander bekend. Dat betekent dat er geen nieuwe aansluitingen meer bij kunnen voor organisaties als bedrijven, scholen en ziekenhuizen.
De nieuwe „knelpunten” zijn ontstaan op het elektriciteitsnet in Amsterdam, Flevoland, Friesland, Gelderland en Noord-Holland. Bedrijven en instellingen die in de betreffende gebieden willen uitbreiden of nieuw willen bouwen kunnen dat niet, vertelt een woordvoerster van Liander.
Om het probleem op te lossen is een verzwaring en uitbreiding van het net nodig, maar dat lukt lang niet snel genoeg. Ook consumenten gaan hier volgens Liander steeds meer last van krijgen. „Zij merken het nu ook al wel, als je bijvoorbeeld stroom niet kan terugleveren met zonnepanelen”, aldus de zegsvrouw.
Zij wijst erop dat ook Liander kampt met tekorten aan materialen, zoals chips, kabels, draden en meters. „Uiteindelijk krijgt iedereen daar last van. Het begint steeds meer te rammelen en te schuren”, vervolgt de woordvoerster.
Als voorbeeld van waar het mis gaat geeft ze aan dat mensen nu massaal zonnepanelen kopen. „Maar de kabel in jouw wijk is te dun, die kan dat allemaal niet aan. Daardoor kan er niet worden teruggeleverd en kan je dus ook niet terugverdienen. Het kan ook gebeuren dat hierdoor lampen gaan flikkeren of dat je bijvoorbeeld je auto niet kan opladen.”
Volgens Liander had Nederland ooit een heel mooi systeem waar vrijwel nooit problemen mee waren. „Maar nu met de volatiliteit van zon- en windaanbod is het een compleet ander verhaal aan het worden. Het hele systeem moet op de schop.”
Dat mensen grote zonneparken willen bouwen op plaatsen in Nederland waar de grondprijs laag is, helpt volgens de netbeheerder ook niet mee. „De infrastructuur is hier niet op gebouwd. Wij moeten nu in de vijfentwintigste versnelling om alles aan te passen, maar dat lukt gewoon niet in het tempo dat iedereen wil.”