Op dak van historische Jacobikerk liggen straks wel zonnepanelen
Steeds meer kerken proberen duurzame stappen te zetten, maar ervaren hobbels onderweg. Toch lukt het de Jacobikerk in Utrecht om zonnepanelen op de monumentale kerk te krijgen. „Laat onze kerk een inspiratie zijn voor anderen.”
Zonnepanelen plaatsen op een monumentale kerk? Dat kán toch helemaal niet, zat in het hoofd van Roland Jansen toen hij twee jaar geleden aantrad als voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de Jacobikerk in Utrecht. Deze ”stroomopwekkers” ontsieren immers het aanzicht van de oogstrelende gotische kerk, waarvan de bouw begon in de dertiende eeuw.
Nu weet hij beter. De protestantse wijkgemeente die huist in het gebouw heeft een plan gelanceerd voor het plaatsen van 104 zonnepanelen. Die komen op de zadeldaken van deze zogeheten driehallenkerk met een hoofd- en twee zijbeuken. De panelen worden op de binnenkant van de daken –op het zuiden– gelegd. Daardoor zijn ze vanaf de straatkant helemaal niet te zien.
Het was dé reden voor de gemeente Utrecht om in een overleg groen licht te geven voor het plan, vertelt Jansen. „Wij willen de komende tijd onze energielasten halveren”, voegt hij toe. „De wereld om ons heen verandert – steeds meer particulieren besparen energie, dan moeten wij dat als kerk ook doen.”
Met de panelen kan de Jacobikerk jaarlijks 33.000 kilowattuur aan stroom opwekken, precies de jaarlijkse elektriciteitsbehoefte van de gemeente. „Ik schat dat we 6000 euro per jaar kwijt zijn aan elektriciteit. Dan moet je denken aan verlichting, elektrische installaties, de mechanische ventilatie, audio- en videoapparaten en onze professionele keuken.”
Veel kan ”de Jacobi” nog winnen op het gasverbruik, een andere belangrijke post op de energierekening. Zeker nu de kosten mede door de oorlog in Oekraïne de pan uit rijzen. De kerk maakt gebruikt van stadsverwarming. „We proberen de installatie beter af te stellen en bekijken of het mogelijk is niet de hele kerk te verwarmen als we een deel gebruiken.”
Interesse
Beheerders van monumentale gebouwen, waaronder kerkbesturen, tonen een toenemende interesse in de mogelijkheden van energiebesparing, zegt Ilse Koreman van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), die waakt over de uitvoering van het erfgoedbeleid in Nederland. „Dus ook voor het plaatsen van zonnepanelen.”
Het is een indruk die nog niet te staven is met cijfers. Volgens de erfgoedmonitor uit 2021 zijn 2981 „kerken en kerkonderdelen” aangemerkt als rijksmonument. Maar hoeveel er zonnepanelen hebben geplaatst? „Dat gaan we nog onderzoeken.”
De organisatie GroeneKerken, die kerken ondersteunt om duurzamer te worden, geeft hetzelfde beeld. De website laat ook kerken zien die mogelijk een gemeentelijk of rijksmonument zijn. Of en hoeveel van deze monumentale kerken ook zonnepanelen hebben is onduidelijk.
Routekaart
Vroeger mochten er inderdaad geen zonnepanelen geplaatst worden op monumentale panden, bevestigt Koreman van de RCE. Maar twee jaar geleden is er een ”Routekaart Verduurzaming Monumenten” gekomen die rijksmonumenten meer mogelijkheden biedt om energie te besparen. Naar aanleiding daarvan heeft de RCE haar advies voor het plaatsen van zonnecollectoren versoepeld. „We sluiten niet uit dat deze panelen niet mogen”, zegt Koreman voorzichtig. Ze is zich bewust van de dubbele ontkenning in de zin. „Ik wil voorkomen dat bestuurders denken: Nu mag je zomaar zonnepanelen leggen. Dat is niet zo. Er zijn voorwaarden.”
De panelen moeten „eerst en vooral uit het zicht van het publiek” geplaatst worden, staat in het advies. Als dat niet mogelijk is, moet eerst naar een alternatief worden gezocht: plaatsing op bijgebouwen, het eigen erf of aansluiting zoeken bij een initiatief in de buurt, bijvoorbeeld zonnepanelen op een flat of een sporthal. De kerk kan daar dan zijn stroom van betrekken.
Als deze kansen er niet zijn, zijn soms panelen op zichtlocaties mogelijk, maar wederom onder voorwaarden. „Een dak mag niet worden aangetast en de zonnepanelen moeten passen in het daklandschap. Vaak moet er een andere kleur zonnepaneel komen.” En, tekent ze erbij aan, de RCE geeft advies, maar de burgerlijke gemeenten hebben het laatste woord. Dat verklaart dat de ene gemeente meer ruimte ziet voor zonnepanelen op monumentale panden dan de andere.
Maatschap
Naast de voorwaarden van de RCE en de burgerlijke gemeente is ook de financiering van een zonnepanelenproject vaak een probleem. De installatie op een kerk is duurder dan op een woonhuis. Daarnaast kunnen particulieren de btw terugkrijgen, kerken niet. Zo zijn zij vaak het dubbele kwijt. Daar heeft de Jacobikerk wat op gevonden: een maatschap die de zonne-energie aan de kerk gaat leveren.
De Protestantse Gemeente Utrecht, waar de Jacobi onder valt, doet al mee. Met een informatieavond hoopt de gemeente ook leden warm te krijgen voor het initiatief. De investering bedraagt 110.000 euro. De kerk hoopt op minimaal tien gemeenteleden die bereid zijn tienduizend euro in te leggen. „De btw kan afgetrokken worden en er bestaat een energie-investeringsaftrek”, licht Jansen toe. Hij is zich ervan bewust dat de gemeente een beroep doet op goodwill van gemeenteleden. „Maar ons plan bewijst dat het mogelijk is zonnepanelen op monumentale kerken te krijgen. Laat onze kerk een inspiratie zijn voor anderen.”