NVM: Oververhitte woningmarkt koelt een paar graden af
Goed nieuws voor woningzoekers: er komt meer ruimte op de huizenmarkt. Niet alleen neemt het aanbod behoorlijk toe, de prijzen stijgen ook minder hard.
Dit blijkt uit de kwartaalcijfers die makelaarsvereniging NVM donderdag naar buiten bracht. Ruim 25.300 woningen stonden aan het eind van het tweede kwartaal te koop bij NVM-makelaars. Dit betekent een stijging van 42 procent ten opzichte van een jaar eerder. In vergelijking met het voorgaande kwartaal is de procentuele stijging nog steviger: 54 procent.
De woningprijzen stijgen weliswaar nog steeds, maar wel minder hard. De gemiddelde verkoopprijs van een huis steeg naar 448.000 euro; 3,5 procent hoger dan in het eerste kwartaal. Op jaarbasis noteert de makelaarsvereniging een groei van 10,6 procent. Dat lijkt een fors percentage, maar dat is nog altijd minder dan de 20 procent in de laatste drie kwartalen van 2021.
Uit de cijfers blijkt eveneens dat de woningmarkt uit het slot komt. Makelaars die zijn aangesloten bij de NVM verkochten in het tweede kwartaal bijna 36.000 woningen. In vergelijking met het eerste kwartaal van dit jaar betekent dat een stijging van 24 procent. Er werden ruim 47.000 woningen op de markt gebracht; dik 23 procent meer dan in hetzelfde kwartaal in 2021.
Snelheid
Al jarenlang doet de tendens zich voor dat woningen veelal boven de vraagprijs worden verkocht. Ook dit kwartaal tekent die trend zich af: zo’n 80 procent van de huizen verwisselde voor een hoger bedrag dan de vraagprijs van eigenaar. Het verschil tussen vraag- en verkoopprijs daalde wel van 7,7 procent in het eerste kwartaal naar gemiddeld 7,5 procent in het tweede.
Wie geïnteresseerd is in een huis, doet er nog steeds niet verstandig aan om al te lang te treuzelen. De snelheid waarmee een woning wordt verkocht, ligt namelijk nog onverminderd hoog. Bijna 90 procent van de woningen die –in het eerste kwartaal– op de markt kwamen, is binnen evenzoveel dagen alweer verkocht. Gemiddeld staat een huis 24 dagen te koop. Daarmee ligt de verkooptijd voor het vijfde achtereenvolgende kwartaal tussen de 22 en 24 dagen.
De zogeheten krapte-indicator komt in het tweede kwartaal op 2,1, tegen 1,7 het kwartaal ervoor. Daarmee is de krapte weer terug op het niveau van halverwege 2020. Met deze graadmeter geeft de NVM een inschatting van het aantal keuzemogelijkheden dat een potentiële koper op de woningmarkt heeft.
Hoewel de kraptemeter voor het twee kwartaal op rij aanzienlijk stijgt, spreekt de NVM nog steeds van een krapte op de woningmarkt. Tussenwoningen zijn met een krapte-indicator van 1,6 het populairst, vrijstaande woningen (3,6) het minst aantrekkelijk.
Kantelpunt
NVM-voorzitter Onno Hoes vindt het goed om te zien dat er meer ruimte ontstaat op de woningmarkt. Hij spreekt van cijfers die minder extreem zijn dan in voorgaande kwartalen. „Het sterk gestegen woningaanbod biedt een kijker een betere kans om koper te worden”, stelt hij tevreden vast.
Toch kan volgens de NVM-voorman nog niet van een kantelpunt worden gesproken. „Het lukt niet om met tempo passend woningaanbod te realiseren in alle segmenten”, stelt hij. Lana Gerssen, makelaar en NVM-voorzitter van de vakgroep Wonen sluit zich daarbij aan: „Een gezonde balans tussen vraag en aanbod is nog steeds ver te zoeken.”
De Nederlandsche Bank (DNB) liet eerder al weten dat huizenzoekers er voorlopig niet op hoeven te rekenen dat de woningprijzen op jaarbasis gaan dalen. „Er zijn simpelweg te weinig huizen. Dat is niet zomaar weg”, verklaarde DNB-hoofdeconoom Olaf Sleijpen vorige maand. Hij gaf aan dat de prijzen komende jaren naar verwachting blijven oplopen, al pakt de stijging waarschijnlijk niet meer zo sterk uit als voorheen.