Dierenwelzijnsorganisaties blij met aangescherpte huisdierenlijst
Dierenwelzijnsorganisaties zijn blij met de woensdag gepubliceerde aangescherpte lijst van dieren die gehouden mogen worden als huisdier. Minister Henk Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit presenteerde de lijst van dertig toegestane huis- en hobbydieren aan de Tweede Kamer. Onder meer de serval, egel, chinchilla en de Russische dwerghamster zijn met ingang van 2024 verboden in de huiskamer.
De Dierenbescherming is blij dat „na dertig jaar eindeloos wachten” het ministerie de lijst heeft opgesteld en noemt dit „pure winst voor dierenwelzijn”. De lijst maakt volgens de organisatie op wetenschappelijke basis een einde aan de onduidelijkheid welk dier wel en welk niet geschikt is om als huisdier te houden. „En het feit dat de lijst kort is, betekent dat er streng gekeken is en dat is goed nieuws.” De Dierenbescherming hoopt dat er ook snel lijsten volgen voor reptielen en vogels.
Die wens wordt gedeeld door World Animal Protection Nederland, aangezien dieren als kaaimannen „nog altijd worden aangeschaft als huisdier en in een badkuip in huis worden gehouden”. De organisatie is desondanks „ontzettend blij” met de lijst, omdat tot nu toe „vrijwel iedere diersoort” als huisdier gehouden mag worden. „Exotische dieren hebben vaak zeer complexe voedings-, zorg- en huisvestingsbehoeften waarin de gemiddelde eigenaar niet kan voorzien. Ook schuilt er een enorme handel achter het houden van exotische huisdieren”, aldus Sanne Kuijper, campagnemanager Wilde dieren bij de organisatie. Naast „enorm dierenleed” en „schade aan lokale ecosystemen en de biodiversiteit”, kan dit volgens haar ook gevolgen hebben voor gezondheidsrisico’s voor mensen. De organisatie verdiept zich nog in de lijst, maar is „sowieso blij te zien dat onder meer de serval er niet meer op staat”.
Stichting AAP ziet de zogenoemde positieflijst als „het beste middel om de wildgroei van dieren die bij particulieren in de problemen komen - of problemen veroorzaken - te stoppen”. Ook deze organisatie streed al lange tijd voor de lijst en merkt op dat in 1992 al wettelijk werd vastgelegd dat die er moest komen. „Een glashelder instrument dat veel effectiever is dan verschillende verbodslijstjes die steeds achter de feiten aan lopen.” De komst van de lijst werd volgens de stichting tegengehouden door „een groepje hobbyhouders”, met achter hen „een enorme industrie; in de handel in exotische dieren gaat heel veel geld om”.
Volgens AAP worden in Nederland ruim 300 verschillende zoogdiersoorten thuis gehouden, en onder meer sociale media dragen bij aan zo nu en dan een piek in de populariteit van bijvoorbeeld servals en andere katachtigen. Uiteindelijk blijken de dieren „toch niet zo leuk, tam of veilig en voldoen niet aan de verwachtingen”, waarna opvangcentra worden „overspoeld” met aanvragen om „al die slachtoffers” over te nemen.
Alle drie de organisaties denken dat de lijst een voorbeeld kan zijn voor andere landen in Europa. Ze zeggen ook op Europees niveau te blijven strijden om de risico’s van exotisch huisdierbezit op effectieve en economisch haalbare wijze aan te pakken.