ABN AMRO voorziet verdere daling van woningtransacties
Door de stijgende hypotheekrente verwisselen er dit jaar minder woningen van eigenaar dan eerder gedacht, concludeert ABN AMRO in een rapport over de woningmarkt.
De bank verwacht nu dat het aantal woningtransacties in 2022 omlaag gaat met 17,5 procent. Eerder gingen de economen uit van een afname met 15 procent. Voor volgend jaar wordt een daling met 2,5 procent voorzien. ABN AMRO voorzag eerder een stabilisatie in 2023.
Met „enige vertraging” werkt dit ook door in de huizenprijzen. Doordat kopers minder kunnen lenen, zwakt de stijging van de prijzen af. Volgens de bank komt de gemiddelde stijging dit jaar nog wel uit op 15 procent en volgend jaar op 2,5 procent. „Ook in de jaren die volgen, zal de prijsontwikkeling beperkt zijn. Door het verlies aan koopkracht als gevolg van de inflatie en hoge energielasten is er namelijk minder ruimte voor hypotheekuitgaven”, zegt Philip Bokeloh, econoom woningmarkt bij de bank, in een toelichting op het rapport.
Starters hebben het meest last van de hogere rente en een daling van het maximaal toegestane leenbedrag. „Dat komt omdat zij weinig spaargeld hebben en een groot deel van het aankoopbedrag hypothecair moeten financieren. Daarnaast hebben jonge huizenkopers, in tegenstelling tot doorstromers, geen overwaarde en kunnen zij een eerder afgesloten lage hypotheekrente niet meenemen bij een verhuizing”, aldus Bokeloh.
Volgens hem nemen starters vaker risico’s om een woning te kunnen kopen door hogere bedragen te lenen. „Dit betekent dat starters die kort geleden een woning hebben gekocht het kwetsbaarst zijn voor een inkomensterugval of een correctie op de huisprijzen”, stelt de econoom.