Op zoek naar de mens achter de uitkering
Minister Carola Schouten (Armoedebestrijding) schreef eind juni in een brief aan de Tweede Kamer dat „het tijd is om de balans weer terug te brengen” in de Participatiewet. De menselijk maat moet terug bij de uitvoering van de wet. Hoe werd die uit het oog verloren?
De Participatiewet heeft als voornaamste doel om mensen naar werk te begeleiden en te voorzien in een sociaal minimum.
Het beeld van bijstandsgerechtigden is echter niet altijd even positief. Marleen Heijsteeg, voorzitter van vrijwilligersorganisatie Sociaal Verhaal, weet er alles van. Met haar team biedt ze juridische hulp aan mensen in de bijstand. „Media focussen op uitzonderlijk zaken. Over mensen die zich netjes aan de regels houden, is natuurlijk geen spannend verhaal te schrijven.”
Daarmee werd volgens Heijsteeg de uitzondering het beeld en ontstond bij veel Nederlanders de indruk dat mensen in de bijstand grootschalige profiteurs zijn. „Zeker 95 procent van de bijstandsgerechtigden is echter van goede wil. Maar op de 5 procent die moedwillig fraudeert, heeft de Nederlandse overheid haar hele beleid gebaseerd.”
De focus op de aanpak van fraude had volgens Heijsteeg een zerotolerancebeleid tot gevolg; kleine fouten, zoals het niet doorgeven van een gift of een verandering in de woonsituatie, leidden al snel tot een boete of terugvordering.
Heijsteeg: „De mate van strengheid is per gemeente verschillend, maar de nadruk ligt op controle. Bijstandsgerechtigden krijgen een boete als ze niet op een afspraak verschijnen, hun uitkering wordt stopgezet als ze een erfenis ontvangen of ze worden door de sociale recherche in de gaten gehouden bij verdenking van fraude.”
Ga uit van vertrouwen en pas maatwerk toe, is het advies van Heijsteeg aan de Nederlandse overheid. „Het is tijd voor een omslag in ons denken.” Het beleid binnen het sociale domein is volgens haar nu nog te omschrijven als „one size fits all.” „In combinatie met de neiging om alles te controleren ontstaan er dan situaties als de toeslagenaffaire. Bijstandsgerechtigden moeten niet als groep worden behandeld, maar als individu.”
Kunstenaar
Een van die individuen is Larisa (59) uit Assendelft. Ze komt liever niet met haar achternaam in de krant. Ze werd geboren in de Sovjet-Unie, heeft Oekraïense wortels en kwam in 2001 vanuit Rusland naar Nederland. Ze is kunstenares en geeft workshops over de Russische kunst en cultuur. Ook werkt ze regelmatig mee aan projecten van de beroemde Nederlandse industrieel ontwerper Marcel Wanders. Voor het oog dus een goed geïntegreerde nieuwkomer, die in haar eigen levensonderhoud voorziet.
Toch ontvangt Larisa sinds 2011 een bijstandsuitkering. In dat jaar komt ze thuis te zitten als ze last krijgt van psychische klachten. Larisa: „Vanaf 2008 voelde ik dat het niet goed met me ging. Ik kreeg last van angstaanvallen; toch bleef ik doorwerken. Ik heb vier kinderen, dus het geld had ik hard nodig.”
Als de Russin in 2011 uiteindelijk in de bijstand belandt, voelt dat als een grote opluchting. „Het gaf me rust dat ik me even geen zorgen hoefde te maken over mijn inkomen en me echt kon gaan richten op mijn herstel.”
Binnen een paar maanden raakt ze echter kwijt wat ze daarvoor zorgvuldig heeft opgebouwd. „De kans dat het in die tijd financieel mis zou gaan, was best groot. Ik was zzp’er en een alleenstaande buitenlandse vrouw met vier opgroeiende kinderen. Daarbij heeft een van hen een rugzakje en had ik weinig geld om rond te komen”, licht Larisa toe.
Na een halfjaar heeft ze de behoefte om weer aan het werk te gaan. „Ik kreeg weer kracht en energie. Ik wilde mijn lievelingsberoep als kunstenares weer uitoefenen. Hoewel ik geremd werd door mijn psychische klachten, kwam de glimlach weer terug.”
Stilzitten is voor Larisa dan ook geen optie. Vanaf de beginjaren van haar bijstandsuitkering doet ze vrijwilligerswerk, onder meer bij het Zaans Museum en het Tsaar Peter Huisje in Zaandam. Ook geeft ze les aan kinderen die tweetalig opgevoed worden. „Ik had een naam opgebouwd binnen de Nederlandse sector van de Russische kunst en cultuur. Het was belangrijk dat ik betrokken bleef.”
Meermaals probeert ze een eenmansbedrijf op te starten, maar op advies van de gemeente laat ze het idee rusten. Tot 2019, als ze de kans krijgt om via de Sociale Coöperatie Saens Tois weer met ondernemen te beginnen. De organisatie is opgericht om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar de start van een eigen onderneming. Deelnemers behouden hun uitkering en worden vrijgesteld van de wettelijke sollicitatieplicht.
Larisa richt Art Studio Baboesjka op en geeft workshops Matroesjka (holle houten poppen) beschilderen. Onder meer de persoonlijke begeleiding van Saens Tois bevalt haar uitstekend. „Samen met de coöperatie heb ik een ondernemingsplan opgesteld; het is echt maatwerk. Voor mensen zoals ik, met potentie maar met angst om direct zelfstandig te vliegen, is dat het allerbeste. Uiteindelijk doe ik weer werk dat ik echt leuk vind.”
Het geld dat ze verdient, investeert ze in de onderneming. Larisa: „Bij Saens Tois helpt een boekhouder met de financiën. Als ik genoeg ervaring heb, kan ik volledig zelfstandig worden en uitvliegen uit het veilige nest.”
Thermoskan
De Russin vindt de hervorming van de Participatiewet een goed idee. Zelf maakte ze de knelpunten van de wet van dichtbij mee. „Thuiswonende volwassen kinderen van ouders in de bijstand moeten volgens de wet een financiële bijdrage leveren aan het huishouden. Voor mijn zoon, die werkte naast zijn studie, was dat zo’n 200 euro per maand.”
Zoonlief heeft echter geen zin om het geld af te staan. Larisa: „Breng een puber maar eens aan het verstand dat hij zijn zuurverdiende centen aan z’n moeder moet geven. Nu heeft hij spijt, maar destijds werd ik wel 200 euro gekort op mijn uitkering.” Als het aan de minister ligt, hoort deze zogenoemde kostendelersnorm binnenkort dan ook tot het verleden.
Een ander voorval is tekenend voor de bureaucratische rompslomp. „Ik was in de winkel en zag een thermoskan, waarvan ik wist dat mijn dochter die wilde. Ik kocht de kan en mijn dochter maakte het geld naar mij over. Drie maanden later moest ik uitleg geven waar ik die 20 euro aan had besteed.”
Heijsteeg, van Sociaal Verhaal, noemt de hervorming van de wet een stap in de goede richting. „Er zijn zoveel bijstandsgerechtigden die een bijdrage leveren aan de maatschappij, doordat ze vrijwilliger zijn of mantelzorg bieden. Waardeer hen. En scheer ze niet over één kam.”