Veel discriminatie, maar weinig meldingen
Ongeveer 11 procent van de inwoners van Nederland van 15 jaar of ouder voelde zich in 2021 gediscrimineerd. Dat komt neer op omgerekend 1,6 miljoen mensen. Minder dan 1 op de 10 mensen die zei zich gediscrimineerd te voelen, heeft hier ergens melding van gemaakt.
Dat meldden het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid maandag op basis van hun veiligheidsmonitor. De veiligheidsmonitor is een enquête waaraan in totaal ongeveer 173.000 Nederlanders deelnemen.
Vooral mensen met een Surinaamse of Nederlands-Caribische achtergrond (30 procent) en met een Marokkaanse achtergrond (35 procent) gaven aan vaak discriminatie mee te maken.
Ook mensen met Turkse wortels voelden zich regelmatig gediscrimineerd. Bij mensen met een Nederlandse achtergrond gaf minder dan 1 op de 10 aan zich weleens gediscrimineerd te voelen.
Godsdienst
Ras of huidskleur (36 procent) en nationaliteit (27 procent) worden het vaakst als grond voor de discriminatie genoemd. Vrouwen hadden vaker te maken met discriminatie dan mannen. Ook zeiden jongeren vaker discriminatie te ervaren dan ouderen en homo- en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen. Wanneer het op godsdienst of levensbeschouwing aankomt, voelen moslims zich het vaakst gediscrimineerd (drie op de tien), gevolgd door mensen die zich tot het jodendom, boeddhisme of hindoeïsme rekenen (twee op de tien). Van de mensen die protestants-christelijk zijn, voelde 10 procent zich gediscrimineerd. Bij rooms-katholieken lag dat percentage nog iets lager.
Ongelijke behandeling
De vormen van discriminatie die mensen ervoeren lopen uiteen van ongelijke behandeling (60 procent) tot discriminerende opmerkingen (40 procent) en stigmatisering, bijvoorbeeld in de media (ruim 30 procent).
Bijna 1 op de 10 mensen heeft
vorig jaar melding gemaakt bij een of meerdere instanties naar aanleiding van discriminatie. Zo’n 3 procent deed dat bij hun eigen werkgever of opleiding, 2 procent bij de politie en 1 procent bij een meldpunt voor discriminatie. Minder dan een half procent meldde zich bij het
College voor de Rechten van de Mens.