Gewaarschuwd
Psalm 1:6
„Want de Heere kent de weg der rechtvaardigen, maar de weg der goddelozen zal vergaan.”
Stelt u zich een groep mensen voor, die naar een plaats wandelt. Dan roept iemand hen na, en zegt: „U wandelt op een dwaalweg. Deze weg leidt niet naar de plaats, waar u naartoe wilt. Ga niet verder! Iets verder is een troep moordenaars, die u zal beroven en doden. Kom, ik zal u op een zekere en veilige weg leiden, naar de plaats waar u graag wilt zijn.”
Sommigen horen wel het geluid van de roepende, maar verstaan niet wat hij zegt, en het is hun de moeite niet waard te blijven staan, en te vragen wat hij te zeggen heeft. Zo gaan ze voort. Anderen horen de roepende wel, maar lachen hem uit, terwijl ze denken: „Wij weten de weg, zoals hij.” Zij menen dat zij op de rechte weg wandelen, en zij menen dat deze weg veilig is, en vrezen voor geen gevaar. Daarom gaan ze verder.
Anderen twijfelen wat ze doen zullen: voortgaan of terugkeren, óf besluiten om voort te gaan. Óf zij blijven tussenbeide staan, dan hier, dan daar. Totdat de nacht hen overvalt.
Anderen staan terstond op het geroep klaar, en keren snel terug, maar het duurt niet lang, of zij beginnen zich te bedenken: „Deze weg is te ongemakkelijk, de eerste was vermakelijker.” Dus verlaten zij hun ingeslagen weg, en gaan voort op de eerste weg.
Wilhelmus à Brakel, predikant te Rotterdam
(”Redelijke Godsdienst”, 1893)