Dat bleek woensdag tijdens de voortzetting van het debat over de wet die regelt dat de minister slecht presterende scholen steviger mag aanpakken, onder meer door de geldkraan dicht te draaien.

In eerste instantie wilde Wiersma zich het recht toe-eigenen om een spoedaanwijzing te geven als er een „redelijk vermoeden” bestaat van misstanden, maar onder druk van de Kamer maakt hij daar nu „wezenlijk vermoeden” van. Wiersma kreeg woensdag complimenten van de Kamer omdat hij naar de kritiek die de fracties twee weken geleden uitten, luisterde.

Verder verankert Wiersma in de wet dat hij alleen mag ingrijpen nadat de Onderwijsinspectie een rapport heeft uitgebracht waaruit blijkt dat de school bestuurlijk, financieel of onderwijskundig ondermaats presteert.

De minister beloofde verder dat enkele mediapublicaties of beschuldigingen aan het adres van een school geen grond mogen zijn voor een ingreep. SGP-Kamerlid Bisschop noteerde dat „met dankbaarheid.”

De SGP’er toonde zich wel bezorgd over de mate waarin de minister bij het geven van een spoedaanwijzing rekening houdt met de pedagogisch-didactische visie, godsdienst of levensovertuiging van de school. Wiersma heeft gezegd dat hij daar rekening mee zal houden, maar dat deze zaken niet doorslaggevend zijn voor hem.

Burgerschap

Het ziet er naar uit dat een wijzigingsvoorstel van ChristenUnie en CDA over het moment dat de minister mag ingrijpen bij misstanden bij de burgerschapsopdracht van scholen, een meerderheid haalt. CU en CDA vinden dat dat alleen mag als er sprake is van „structureel of flagrant” fout handelen door de scholen. Wiersma reageerde positief op het amendement en laat het oordeel over aan de Kamer. In dat soort gevallen schaart de meerderheid van de Kamer zich meestal achter het voorstel.

Wiersma wees een amendement van GroenLinks-Kamerlid Westerveld af of om medezeggenschapsraden de bevoegdheid te geven bestuurders te ontslaan bij wanbeheer.