De herhaalde aanvallen op voornamelijk christelijke boerengemeenschappen zorgen voor paniek en angst in de deelstaat Kaduna, aldus Open Doors maandag. De deelstaatregering stelt dat „terroristen en bandieten” achter het geweld zitten, maar veldpartners van de organisatie die opkomt voor vervolgde christenen denken dat het om etnische Fulani gaat. Zij zaaien angst door ontvoering en verkrachting, beroven huizen en verdrijven de lokale bevolking van hun land en uiteindelijk uit het gebied.

Gewapende mannen op motorfietsen vielen zondagochtend twee rooms-katholieke kerken en baptistengemeente Maranatha in het dorp Rubu aan. De diensten waren toen net begonnen. Samuel Aruwan, belast met binnenlandse veiligheid voor het ministerie van Binnenlandse Zaken, bevestigde dat er drie doden zijn gevallen. „Een man en een nog te identificeren vrouw zijn gewond geraakt. De bandieten plunderden winkels en voerden waardevolle spullen weg uit de dorpen.”

Eerder deze maand, op 5 juni, overvielen gewapende mannen twee andere kerken en dorpen op soortgelijke wijze. Ze legden de kerken in de as en brachten zeker 32 inwoners om het leven. Een helikopter zorgde volgens Open Doors voor extra paniek. Veel inwoners dachten dat het toestel betrokken was bij de aanval. Het bleek echter te gaan om een luchtmachthelikopter die verbrande huizen had waargenomen en de overvallers aanviel vlak voordat zij zich terugtrokken. Kort daarna arriveerden grondtroepen in het gebied.

In het relatief rustige zuidwesten van Nigeria vermoordden gewapende mannen tijdens Pinksteren ruim zeventig gelovigen. De aanslag op de rooms-katholieke kerk schokte Nigeria en de christelijke gemeenschap wereldwijd. Paus Franciscus riep op te blijven bidden voor de nabestaanden en Nigeria. Het Afrikaanse land staat op de zevende plaats van de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors.