Joyce Bijlhout toont liefde aan vrouwen in gevangenis Paramaribo
De ene vrouw zit in de cel vanwege drugshandel, de andere na een veroordeling voor oplichting, geweld of moord. Al vele jaren bezoekt Joyce Bijlhout-Kluivert (67) vrouwelijke gevangenen in Paramaribo. Ze biedt hun pastorale zorg en houdt Bijbelstudies met gedetineerden.
Ooit ontmoette Bijlhout in de gevangenis een „hoogmoedige” vrouw. „Toen ik haar uitnodigde voor de Bijbelstudie, zei ze: „God heeft niks voor mij gedaan.” Ze wilde niet komen. Ik zei: „Prima, maar ik heb wel een boek voor je.” Het ging over een bokser die christen was geworden. Dat verhaal heeft haar geraakt en vervolgens kwam ze toch naar de Bijbelstudie. Ze is veranderd van een hoogmoedige in een nederige vrouw. Toen ze uit de gevangenis kwam, is ze gedoopt.”
Deze maand is Bijlhout voor vakantie en familiebezoek in Nederland. Op de bank in de woning van haar dochter in Alphen aan den Rijn vertelt ze gedreven over haar werk. De geboren Surinaamse verhuisde op haar achttiende naar Nederland. In 1995 keerde ze met haar toenmalige man terug naar Suriname. Vanuit baptistengemeente De Rank in Utrecht werd het echtpaar voor de stichting Filadelfia Zending uitgezonden om aan de slag te gaan in een centrum voor drugsverslaafden.
Santa Boma
Nadat haar huwelijk in een scheiding eindigde, kwam er een eind aan het werk onder verslaafden. Bijlhout overwoog terug te keren naar Nederland, waar haar drie kinderen wonen. „Ik vroeg God: „Wat wilt U van mij?” Op een zondagnacht lag ik er wakker van. De ochtend daarna vertelde een broeder in de kerk, een baptistengemeente in Paramaribo, over het werk van Prison Fellowship Suriname. Hij zei dat er niemand was voor het werk onder vrouwen in de gevangenis. Ineens was het voor mij duidelijk wat God van mij vroeg.”
Intussen is Bijlhout, die hertrouwd is, al ruim twintig jaar kind aan huis in de penitentiaire inrichting Santa Boma in de Surinaamse hoofdstad. „Het is de enige gevangenis in Suriname die behalve een mannen- en een jeugdafdeling ook een vrouwenafdeling heeft. Er is plek voor veertig vrouwelijke gedetineerden. Op dit moment zitten er zo’n 25, die elk een eigen cel hebben.”
In de loop der jaren ontmoette ze tal van vrouwen die zijn veroordeeld voor uiteenlopende delicten. Ze noemt als voorbeeld een vrouw die haar man heeft vermoord. „Hij had haar jarenlang mishandeld en op een gegeven moment knapte er iets bij haar. Ook zitten velen vast vanwege drugsgerelateerde zaken.”
Liefde
Twee dagen per week is Bijlhout aanwezig in Santa Boma. Op dinsdag heeft ze individuele gesprekken met gedetineerden. „Ze weten dat ze mij alles kunnen vertellen. Het gaat vaak over hun gezin, over zorgen die ze hebben om hun kinderen. Of over hoe het zal gaan als ze vrij komen. Aan de ene kant zijn ze blij dat ze de gevangenis mogen verlaten, maar ze zijn ook onzeker. Sommigen hebben geen plek om te wonen of ze zijn bang voor de manier waarop mensen naar hen zullen kijken.”
Geregeld is er in de gesprekken ruimte om uit de Bijbel te lezen en te bidden. „Ik wil alle vrouwen helpen, ook als ze hindoe zijn, maar iedereen weet dat ik vanuit een christelijke basis werk. Velen weten niet wat echte liefde is. Ik wil hun de liefde van de Heere Jezus laten zien.”
Op donderdag houdt ze een Bijbelstudie in groepsverband. Daarin behandelt ze vooral „praktische onderwerpen. Bijvoorbeeld: hoe ga je om met pijn of boosheid vanwege wat mensen je hebben aangedaan. Denk ook aan thema’s zoals schuld en vergeving. Meer dan eens geven gedetineerden hun leven aan God. Het is mooi om te zien dat vrouwen echt veranderen. Dat is Gods werk. Aan de andere kant kom ik soms ook recidivisten tegen.”
Doorgangshuis
Hoewel ze in februari 2021 officieel met pensioen ging, zet Bijlhout haar werk onverminderd voort en breidt ze dit zelfs uit. Zo is ze druk met een stichting die ze in mei 2017 heeft opgericht: Joceys Safe Haven (Josaha). Ze noemt het bijzonder dat ex-gedetineerde Saskia, die ze in de gevangenis leerde kennen, nu deel uitmaakt van het bestuur. „Saskia had een gelovige moeder, maar wilde zelf niks van God weten. Op een dag heeft Hij haar gegrepen in de cel. De volgende ochtend kwam ze naar me toe en zei: Mama Joyce, ik heb God aangenomen en wil Hem echt dienen.”
Met stichting Josaha, die afhankelijk is van giften en sponsoring, wil Bijlhout haar droom waarmaken: vrouwen na hun detentie drie tot zes maanden een plek bieden in een doorgangshuis. In die tijd trekken ze op met een buddy. „Op die manier wil ik hun een boost geven om daarna staande te kunnen blijven in de maatschappij.”
Sinds kort beschikt de stichting over een pand, waar komende maand de eerste vrouwen terechtkunnen. „Ze moeten gemotiveerd zijn om aan hun re-integratie te werken. De selectie van vrouwen die hiervoor in aanmerking komen, vindt plaats door Prison Fellowship en een maatschappelijke dienst van de overheid.” Bijlhout noemde het doorgangshuis, dat plek biedt aan drie vrouwen, ”Home 1”. „Ik ben ervan overtuigd dat het niet bij één huis zal blijven.”
Het is niet het enige project waarvoor de pastoraal werkster zich inzet. Ze noemt ook het verstrekken van voedselpakketten aan familie van de minst daadkrachtige gedetineerden, een initiatief van Prison Fellowship. In september organiseert ze samen met deze organisatie weer een zomerkamp voor kinderen van gedetineerden. „De afgelopen twee jaar ging het niet door vanwege Covid. Ik ben blij dat we het nu weer kunnen doen.”
Bijlhout, die op 1 juli terugkeert naar Suriname, ervaart haar werk als een roeping. „Ik had geen liefde voor gevangenen, maar God heeft mij die gegeven. Er is veel werk te doen en ik heb gelukkig veel energie. Ik hoop hiermee door te gaan totdat God me naar huis roept.”