Cijferen met Bijbelse gegevens
Zijn laatste lessen op het Ichthus College in Veenendaal staan ingeroosterd. Aan deze school is wiskundedocent drs. Ab van der Roest het grootste deel van zijn actieve leven verbonden geweest. In ”Bijbel en wiskunde” verwoordt hij zijn fascinatie voor het verband tussen de Bijbel en getallen.
Van der Roest vindt het combineren van zijn geloof met wiskunde spannend. „Ik ben christen. Ik geloof in God. Ik ben opgeleid als wiskundige”, zo formuleert hij het kernachtig. Zijn toenmalige leidinggevende Roelof Bisschop (tegenwoordig Tweede Kamerlid voor de SGP) vroeg hem ooit of hij iets met het geloof kon in zijn wiskundelessen. Hij gaf hem toen het advies om relevante dingen op te schrijven. Dat opschrijven deed Van der Roest pas veel later, met als resultaat het boek ”Bijbel en wiskunde”. Het is geen wetenschappelijk boek, maar een verzameling van allerlei voor de hand liggende en soms gezochte verbindingen die Van der Roest als wiskundige ziet als hij de Bijbel leest.
Het boek begint bij hoofdstuk 0 over de basis van de wiskunde en loopt tot en met hoofdstuk 32, dat over kegelsneden gaat. Aan de orde komen magische vierkanten, hogere dimensies, symmetrie, gulden snede, oneindigheid, regelmatige veelhoeken en veelvlakken, logica, statistiek enz. Tussen de hoofdstukken zit geen verband en dat maakt het lezen gemakkelijk; je kunt rustig eens wat overslaan of beginnen bij een hoofdstuk over je favoriete onderwerp. Elk hoofdstuk begint met een stukje uit de Bijbel, soms slechts één vers. Het is niet zo dat daarin (altijd) wiskunde is te vinden, maar de schrijver laat wel een verband zien.
Vrijsteden
Zelf vond ik het stukje over de vrijsteden erg interessant. Je kunt er als wiskundedocent zo in de klas mee aan de slag; het past goed bij meetkundige hoofdstukken over bijzondere lijnen, zogenaamde conflictlijnen. Het land Kanaän kende zes vrijsteden: drie aan de ene en drie aan de andere kant van de Jordaan. Het is leuk om met leerlingen of studenten aan een lerarenopleiding een kaart van Kanaän met de zes vrijsteden te bekijken. Met passer en liniaal kunnen ze proberen het land zo in zes stukken op te delen dat in elk stuk een vrijstad komt te liggen. De grenzen van de gebieden worden door middelloodlijnstukken bepaald; zo ontstaat een zogenoemd Voronoi- diagram met zes Voronoi-cellen. Het is aardig om eens na te gaan hoe deze (rechte) grenzen overeenkomen met de werkelijkheid van toen. Voor een doodslager op de vlucht was immers niet de hemelsbreed gemeten afstand bepalend voor de keuze van de vrijstad, maar de tijd die nodig was om bij die vrijstad te komen.
Het hoofdstuk over kans(rekenen) kan verhelderend zijn. Van der Roest schrijft in dit verband over het werpen van het lot. Hij maakt op grond van kansberekening een schatting van de kans dat Achan als dief bij de inname van Ai kan worden aangewezen – wanneer je dit los van Gods voorzienigheid zou zien. De schrijver gaat er overigens zonder meer van uit dat Achan dankzij Gods voorzienige leiding via het lot als dader werd aangewezen. Helemaal secuur is de schrijver niet geweest in dit gedeelte; in zijn berekening gebruikt hij vijf breuken, maar drie regels ervoor schrijft hij een vermenigvuldiging op met drie factoren.
In de grafiek op pagina 101 staat nog een foutje. Daar schijnt Selah, de zoon van Arfachsad, eerder dan zijn vader geboren te zijn en zelfs de zondvloed overleefd te hebben. We weten dat deze Selah uit het geslacht van Noach kwam en na de zondvloed werd geboren.
Los van de zelfbedachte verbanden zal Van der Roest ook geïnspireerd zijn door wat aan de orde kwam tijdens de diverse jaarlijkse symposia ”Wiskunde en Geloof” die hij organiseerde.
Tussenkop
Naast alles wat Van der Roest in dit boek aan de orde stelt is er vast nog veel meer te vinden wat in het overzicht past. Het boek kan als een springplank dienen om deze thematiek verder uit te breiden. Ik had, om maar iets te noemen, een hoofdstuk verwacht over bevriende getallen. Bekende voorbeelden hiervan zijn 220 en 284. In de Bijbel geeft Jakob een geschenk van 220 dieren aan zijn broer Ezau.
Veel is over getallen in de Bijbel te zeggen en dat deed ook prof. W. J. Ouweneel op een van de genoemde symposia. Op zich is dit weer een gevaarlijk terrein, want je kunt met getallen bijna alles wel ‘verklaren’, terwijl je met nuchter nadenken veel verklaringen weer moet verwerpen. We zijn geen kabbalisten.
Al met al is het boekje van Van der Roest een aanrader voor elke wiskundeleraar en voor iedereen die een beetje van rekenen en wiskunde houdt. Al is het maar om aan het denken gezet te worden. Bedenk wel dat de Bijbel geen wiskundeboek is.
De auteur is wiskundige en heeft een leidinggevende functie op het Van Lodenstein College te Kesteren.
Boekgegevens
”Bijbel en wiskunde”, A. B. van der Roest; uitg. Drukwerk De Boekdrukker; 173 blz; € 22,50