De verdachte zou vanaf het voorjaar 2017 tot het voorjaar van 2019 in Syrië zijn geweest, in gebieden die op dat moment werden beheerst door de aan al-Qaeda gelieerde militie Hayat Tahrir al-Sham (HTS). De verdachte zou hebben deelgenomen aan een militair trainingskamp en betrokken zijn geweest bij de handel in springstoffen. Hij meldde zich in augustus 2020 bij het Nederlands consulaat in Istanbul en verklaarde daar dat hij Syriëganger was.

Hayat Tahrir al-Sham werd in januari 2017 opgericht en bestaat uit diverse jihadistische groeperingen. Het is een actieve soennitische islamitische militante groepering die betrokken is bij de Syrische burgeroorlog. HTS stond eerder bekend als Jabhat al-Nusra, gelinkt aan al-Qaeda. HTS beschikt over zware wapens en munitie, waaronder explosieven voor militair gebruik.

De man heeft zelf verklaard dat hij in Idlib in noord-west Syrië was, waar in 2017 zware gevechten uitbraken en waar 20.000 HTS-strijders verbleven. HTS nam in de jaren daarna steeds verder de macht over en controleerde de regio. Burgers werden volgens een Midden-Oosten-deskundige voortdurend ontvoerd, beroofd van hun vrijheid en onderworpen aan marteling en andere vormen van fysieke mishandeling, aldus de officier van justitie in zijn requisitoir.

De rechtbank Rotterdam doet op donderdag 30 juni uitspraak.