Oppositie voert druk op: meer geld voor financieel kwetsbaren
De oppositie voert de druk op de regering op. Binnen afzienbare tijd moet het kabinet over de brug komen met voorstellen om mensen te helpen die in de financiële problemen dreigen te raken.
Al enige tijd leefden er hooggespannen verwachtingen over het debat over de Voorjaarsnota dat woensdag begon. Nog maar kort nadat het kabinet was aangetreden, zag het zich geplaatst voor een aantal grote financiële opgaven. Vanwege de oorlog in Oekraïne sprak de Tweede Kamer de duidelijke wens uit om extra te investeren in het Nederlandse leger. De Eerste Kamer vroeg om een hogere AOW-uitkering. En er lag de uitdaging om spaarders te compenseren na het beroemde Hoge Raad-arrest over de rekenrente.
Daar kwam de politieke component nog bij; in de Eerste Kamer hebben de coalitiepartijen op voorhand geen meerderheid.
Uiteindelijk spitste het debat zich woensdag toe op één vraagstuk waarop de regering in de ogen van de Kamer onvoldoende antwoord biedt. Door de hoge gas- en benzineprijs komen veel huishoudens niet meer rond. Veelvuldig refereerden Kamerleden aan een recente studie van het Centraal Planbureau (CPB). Dat instituut becijferde dat tussen de 670.000 en 1,2 miljoen huishoudens hun maandelijkse lasten niet meer kunnen opbrengen als de boodschappen- en de energieprijzen hoog blijven.
De situatie is zorgelijk, benadrukte onafhankelijk Kamerlid Omtzigt. Volgens hem bevindt Nederland zich in „de grootste bestaanszekerheidscrisis sinds 1945.”
Ook de SGP maakt zich zorgen over de hoge energieprijzen en de gezinsportemonnee. Vooral de middeninkomens worden hard geraakt, maar nauwelijks ondersteund, zei SGP-Kamerlid Stoffer.
Onvoldoende
PvdA en GroenLinks lieten in aanloop naar het debat al weten dat ze de koopkrachtplannen van het kabinet onvoldoende vinden. Zij gaan zo ver in hun afwijzing dat ze dreigen tegen wetten te stemmen waarmee de regering de begroting wil aanpassen. De linkse partijen willen dat het kabinet miljarden uittrekt om mensen die zorgtoeslag ontvangen dit najaar eenmalig 500 euro uit te keren. Daarbovenop zou het minimumloon verder omhoog moeten, het liefst nog dit jaar.
De coalitiepartijen staan niet op voorhand afwijzend tegenover nieuwe voorstellen om mensen in financiële nood te helpen. Zij wijzen er echter op dat het kabinet al maatregelen genomen heeft. Zo verlaagde de regering de brandstofprijzen, stelden gemeenten een toelage beschikbaar voor de laagste inkomens en gaat de btw op energie per 1 juli omlaag.
Tegelijkertijd geeft elke regeringspartij aan dat de huidige maatregelen niet voldoende zijn. VVD-Kamerlid Hermans: „Is daarmee alles opgelost? Nee, absoluut niet. De problemen zijn daarna groter geworden. Ik vind dat we alles op alles moeten zetten om te kijken wat we nog extra kunnen doen.” CU-voorman Segers: „Is het allemaal genoeg? Zijn de problemen opgelost? Nee, natuurlijk niet.”
Belasting
Verrassend genoeg lieten zowel woordvoerders van de coalitie als oppositie zich positief uit over een solidariteitsheffing. Zo’n belasting slaat neer bij bedrijven die overwinsten maken door de oorlog in Oekraïne, zoals energiebedrijven.
De bereidheid om welwillend naar extra maatregelen te kijken, klonk ook door in de reactie van premier Rutte. Volgens de minister-president is er meer onderzoek nodig. Daarmee stelde hij de linkse oppositie niet tevreden. Als er nu niet wordt gehandeld, gebeurt er dit jaar niets meer, vreesde GL-Kamerlid Klaver.
Als drukmiddel besloot de Kamer het debat niet af te maken, voordat de regering aangeeft welke maatregelen zij bereid is te nemen. Dat is een helder signaal. Het kabinet zal binnen afzienbare tijd hom of kuit moeten geven.