Ledental Gereformeerde Gemeenten daalde licht in 2021
Het ledental van de Gereformeerde Gemeenten (GG) is in 2021 licht gedaald, met een afname van 73 personen ten opzichte van het jaar ervoor.
Dat blijkt uit het deze week verschenen Kerkelijk Jaarboek 2022 van het kerkverband. Daarmee telden de GG per 31 december 107.858 leden. In eerdere jaren –met uitzondering van 2018– steeg het ledental van de GG telkens.
In de cijfers over 2021 valt vooral op dat het aantal sterfgevallen met 782 beduidend hoger ligt dan het gemiddelde van 618 overlijdens in de jaren 2015-2019. Ook in 2020 lag het aantal met 770 sterfgevallen hoog. Het is aannemelijk dat in de cijfers van beide laatste jaren de oversterfte als gevolg van de coronacrisis zichtbaar is.
Het kerkverband telt 150 gemeenten, die door 67 predikanten worden gediend. Er zijn 1986 kinderen en 13 volwassenen gedoopt in 2021; 1356 personen legden openbare geloofsbelijdenis af.
Vanbuiten de GG traden 854 (doop)leden toe, met name vanuit de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (282), de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (219) en de Hersteld Hervormde Kerk (159). Er traden vier buitenkerkelijken toe.
Het aantal mensen dat de GG verliet lag met 2063 een stuk hoger. Dit betreft vooral overgang naar andere kerken, met name richting de Protestantse Kerk in Nederland (719), de Hersteld Hervormde Kerk (556) en de Christelijke Gereformeerde Kerken (152). In 2021 onttrokken zich 316 personen aan de GG zonder zich bij een andere kerk aan te sluiten, onder wie 216 doopleden.
Verdrukking
Het jaarboek bevat ook cijfers over de Netherlands Reformed Congregations (NRC), de zusterkerk van de GG in Canada en de VS. Eind 2021 telde de NRC 11.582 (doop)leden, een stijging van 98 personen ten opzichte van een jaar eerder.
Ds. A. Schreuder (Beekbergen) wijst namens het deputaatschap vertegenwoordiging en voorlichting in een jaaroverzicht naar aanleiding van Mattheüs 24 erop hoe de daar voorzegde tekenen van „verleiding, verschrikking, verdrukking en verkilling” in 2021 zichtbaar waren in de wereld en de kerk. Met een verwijzing naar de wijze en dwaze maagden in Mattheüs 25 schrijft hij: „Laten we de Heere smeken of waakzaamheid ons leven mag stempelen.”