Oekraïense vrouwen gevlucht uit opvanghuis, bewoner niet vervolgd
Twee vrouwen uit Oekraïne zijn op 23 april gevlucht uit een woning in de regio Den Haag waar ze werden opgevangen. Ze hadden daar ruzie gekregen met de bewoner. Volgens de politie in Den Haag zijn er geen signalen van mensenhandel of seksuele uitbuiting gevonden, en daarom wordt de bewoner niet vervolgd.
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema meldde dinsdag dat de Haagse politie onderzoek doet naar „seksuele uitbuiting van twee vrouwen die werden aangetroffen in Den Haag, maar die eerder in een opvanglocatie in Amstelveen verbleven”. De Haagse politie wil desgevraagd alleen zeggen dat de vrouwen in „een woning binnen onze eenheid” zaten. Na hun vlucht werden ze voor de woning aangetroffen. „Met de vrouwen is een gesprek gevoerd om te bepalen of er sprake was van mensenhandel”, maar daar waren geen aanwijzingen voor. „Uit de gesprekken is ook geen seksuele uitbuiting gebleken.”
De vrouwen hebben een ander onderkomen gekregen. Ze waren „via een opvangkanaal” bij de bewoner terechtgekomen, maar de politie meldt niet om welk kanaal het gaat.
Halsema meldde dinsdag ook dat er in haar eigen stad mogelijk een Oekraïense vrouw is aangerand in een woning. De politie daar onderzoekt de zaak. De politie Rotterdam liet in april al weten een onderzoek te zijn gestart naar de mogelijke seksuele uitbuiting van een Oekraïense vluchteling. Of het een man of een vrouw betreft, wilde de politie niet zeggen. Woensdag liet een woordvoerster van de eenheid Rotterdam weten dat het onderzoek nog steeds loopt.