Raad van State: onderzoek snel of jonge vreemdeling wel terug kan
De overheid moet „voortvarend” te werk gaan bij het onderzoeken of zogenoemde alleenstaande minderjarige vreemdelingen wel veilig terug kunnen als hun asielaanvraag wordt afgewezen. Dat heeft de hoogste bestuursrechter van het land, de Raad van State, geoordeeld in drie uitspraken. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) mag daar niet drie jaar over doen, en hij mag ook niet zeggen dat ze alsnog terug kunnen als de jongeren in de tussentijd 18 zijn geworden.
De uitspraken gingen over zaken van in totaal vijf jongeren uit Guinee, Tsjetsjenië en Marokko. Ze waren tussen de 14 en 17 jaar oud toen ze zich zonder ouders of andere begeleiders meldden in Nederland. Het Hof van Justitie in Luxemburg oordeelde eerder dat Van der Burg moet onderzoeken of er wel goede opvang voor hen beschikbaar is voordat hij ze mag terugsturen. De vreemdelingen vinden dat de staatssecretaris zich daar niet aan houdt en ze stellen dat hij die vraag al tijdens de asielprocedure moet beantwoorden.
Daar gaat de Raad van State niet helemaal in mee. Tijdens de procedure het onderzoek afronden is praktisch niet altijd haalbaar. Wel moet Van der Burg als hij een verzoek heeft afgewezen zo snel mogelijk vaststellen of de minderjarigen teruggestuurd mogen worden, om te voorkomen dat ze lange tijd in onzekerheid zitten.
Een woordvoerder van Van der Burg laat weten dat het ministerie de uitspraak gaat bestuderen. „Daar lopen we nu niet verder op vooruit.”