Genocideverdachte zat in safehouse
De Nederlandse zakenman F. van A., die wordt verdacht van betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven en volkerenmoord, heeft na zijn vlucht uit Irak in een schuilhuis van de Nederlandse overheid gezeten.
Dat stelde SP-kamerlid Van Velzen vrijdag. Betrouwbare bronnen bevestigden haar bewering.
Volgens Van Velzen zat de zakenman in een huis in Amsterdam, dat eerder is gebruikt om mensen te huisvesten die uit veiligheidsoverwegingen een schuiladres nodig hadden. De SP is verbijsterd en wil opheldering over de kwestie in een spoeddebat met de ministers Remkes van Binnenlandse Zaken, Donner van Justitie en Bot van Buitenlandse Zaken.
„Het is ongelofelijk dat de minister van Justitie niet onmiddellijk toen de verdachte met hulp van de overheid Irak verliet, een onderzoek liet instellen naar de vervolgbaarheid van zijn handel en wandel”, stelt het kamerlid. „Van A. verbleef in Irak om aan Amerikaanse berechting te ontkomen. Nu blijkt dat de minister van Binnenlandse Zaken hem aan een schuiladres heeft geholpen, lijkt het erop dat het kabinet hem actief in bescherming heeft genomen.”
Een woordvoerder van Remkes stelt dat Van A. niet in een safehouse van Binnenlandse Zaken of de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst is aangehouden, zouden die bestaan. Op de vraag of de zakenman bescherming van de overheid heeft genoten, wil de woordvoerder niet ingaan. „Daar doen we geen mededelingen over, aangezien het dan zou gaan over operationele informatie.”
De zakenman wordt verdacht van het leveren van duizenden tonnen grondstoffen voor chemische wapens aan het toenmalige regime van Saddam Hussein in Irak. De toenmalige Iraakse regering heeft chemische wapens ingezet in de oorlog met Iran (1980 tot 1988) en tegen de eigen Koerdische bevolking in Noord-Irak.