Navolging tijdens gevangenschap in Sovjet-Unie
”Volg Mij na”, heet het boek over het leven van Asja Germanjoek (1930-1987), geschreven door Steef Post. Maandagavond vertelt haar zoon Vjajeslav voor een volle kerk in Bodegraven: „Mijn moeder was als een kaars die iedereen in het huis verlichtte. Met haar was een levende God.”
De boekpresentatie op tweede pinksterdag is nadrukkelijk niet bedoeld om Asja in het zonnetje te zetten, zo klinkt het meerdere malen op de avond. Toch is het wel duidelijk dat deze vrouw op velen een onuitwisbare indruk naliet. Toen uitgeverij De Banier aan Filip Uijl van Friedensstimme vroeg om een persoon aan te dragen over wie een boek geschreven kon worden in de serie ”Kroongetuigen”, kwam Asja Germanjoek meteen in zijn gedachten. „Ik heb haar zoon op een bijeenkomst in Koersk over haar horen vertellen. Het gezin groeide op in Lysychansk in Oekraïne, daar waar nu tranen en bloed vloeien. Dat zoon Vjajeslav uit Kiev bij ons is, komt omdat hij moest vluchten.”
Het leven van Asja Germanjoek is van kinds af aan al met moeite omgeven. Filip Uijl: „Haar vader liet zijn gezin in de steek. Ze maakte de hongersnood van de jaren dertig mee. Toen ze trouwde met voorganger Stepan Germanjoek, wist ze dat ze een moeilijk leven tegemoet ging. Hij kwam al vlug in de gevangenis terecht. Zij ging deel uitmaken van de Verwantenraad, een groep vrouwen van wie de echtgenoot gevangen zat om het geloof in Christus.”
Met haar vijf kinderen reisde Asja haar man achterna, die verbannen was naar het oosten van de Sovjet-Unie. Maar door haar werk voor de Verwantenraad kwam ze zelf in de gevangenis terecht. Ze kreeg vaak niet de kans om haar kinderen te ontmoeten. In de gevangenis verslechterde haar gezondheidstoestand in een rap tempo. Na haar vrijlating overleed ze na korte tijd.
Overwonnen
Zoon Slava Germanjoek vertelt met liefde over zijn moeder. Zijn bijdrage begint met woorden uit het Bijbelboek Openbaring: „En zij hebben hem overwonnen door het bloed des Lams, en door het woord hunner getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood toe.” „De duivel weet dat mensen heel erg van hun leven houden. Maar soms ontmoet hij mensen bij wie dat niet zo is. Dat was zo bij mijn moeder. Zij was een eenvoudige vrouw, maar met haar was een levende God. Ik vreesde mijn moeder zoals de Israëlieten Mozes vreesden. God verhoorde al haar gebeden, zoals Hij dat bij Mozes ook deed. Haar gezag kwam van God.”
Slava haalt tal van herinneringen aan zijn moeder op. „Ze liet ons niet weggaan zonder de groet ”Ga met God”. Ze schreef brieven van troost naar mijn vader en droeg zorg voor zijn gezondheid. Ze had haar taak voor de Verwantenraad. Mijn moeder bleef standvastig, ook onder de tegenstand van de overheid. Ze bad en ze vastte en ze leerde ons dat ook. Toen we haar bezochten na haar gevangenneming, herkenden we haar niet. Ze was zo vermagerd dat ze niet met ons kon praten. Maar ze wees naar de hemel, heel het halfuur lang dat we bij haar konden zijn.”
Spanning
Rien Uijl, van Friedensstimme, had regelmatig ontmoetingen met vrouwen van voorgangers. Onder tranen vertelt hij van de spanning die er op deze momenten lag. „Deze vrouwen bleven alleen met hun gezinnen van soms wel dertien kinderen achter, wanneer hun mannen gevangengenomen werden. Kinderen waren ontredderd. Maar ondanks de afwezigheid van hun vader en soms ook van hun moeder, groeiden ze op tot gelovigen. Soms door diepe gevoelens van Godverlatenheid heen. De Heere waakt. De poorten van de hel zullen Zijn gemeente niet overweldigen. Tot op de dag van vandaag besluiten mensen in Rusland om zich te laten dopen in Christus’ dood.”
Deur
Op het podium in de kerk staat een portret van Lydia Vins. Haar man en zoon waren beiden gevangenen vanwege hun getuigenis. Vins richtte in 1964 in het geheim de Verwantenraad op. In 1979 vertelde ze in Nederland over het lijden van christenen achter het IJzeren Gordijn. Vrouwen van verschillende vrouwenbonden reageerden erop door brieven te schrijven naar de gezinnen van voorgangers. Uijl memoreert hoe moeders van grote gezinnen een dag lang met borden voor de Russische ambassade zaten om te demonstreren. „Mevrouw Crum, die hier vanavond ook aanwezig is, initieerde een brievenactie als klop op de deur van de Russische overheid.”
Nu een boek over een van de vrouwen van de Verwantenraad verschenen is, zijn verschillende vertegenwoordigers van de vrouwenbonden ook present om een boek in ontvangst te nemen. Ook de vrouw van Rien Uijl, Mia Uijl, krijgt een exemplaar. „Als mijn man naar Rusland ging, konden we elkaar lange tijd niet bereiken. Maar we mochten elkaar in de hand van de Heere geven. En Hij heeft altijd voor ons gezorgd. Hem zij de eer!”