Binnenland

„Kerk moet koningshuis bewogen aanspreken”

De kerk moet kritischer zijn op het Koninklijk Huis en de overheid. „Niet op een gemakkelijke manier. Niet vanaf de kansel hier in Nederhemert, maar in een directe confrontatie. Dat aanspreken mag stevig zijn, maar wel uit liefde en in bewogenheid. Het gaat in de eerste plaats om zielen voor de eeuwigheid. Dát is de theocratische roeping van de kerk.”

W. G. Hulsman
17 December 2004 22:48Gewijzigd op 14 November 2020 02:01
<center> Dr. W. J. op 't Hof </center>
<center> Dr. W. J. op 't Hof </center>

Zo reageert de Nederhemertse predikant en historicus dr. W. J. op ’t Hof op de vraag wat de houding van de gereformeerde gezindte ten opzichte van het Oranjehuis moet zijn na de uitlatingen van prins Bernhard.

De uitspraken van de prins hebben hem niet verrast. „Ik wist al hoe het Koninklijk Huis leefde. Ik ben wel ontzettend getroffen door de banaliteit. De prins haalt de monarchie onderuit. Dat is minderwaardig en kinderachtig.”

De manier waarop de prins over zijn buitenechtelijke relaties spreekt, vindt de predikant van de hersteld hervormde gemeente in Nederhemert beneden alle peil. „Een van die vriendinnen ging met hem en Juliana mee op vakantie. Dan geloof ik dat prins Claus toch een netter en meer integer man is geweest.”

De leefwijze van de koninklijke familie moet voor de gereformeerde gezindte reden zijn het Oranjehuis niet overdreven te vereren. „Er wordt nog veel gedacht dat het Oranjehuis net zo leeft als wij. Wie wat meer heeft gelezen, weet wel beter. De koninklijke familie is wereldsgezind. Hun leefwijze staat op grote afstand van de Bijbel. Ik snap ook niet waarom men juist in onze kringen zo wegloopt met het blad Vorsten.”

Het Reformatorisch Dagblad zou van de predikant zo af en toe ook wat minder aandacht mogen besteden aan de Oranjes. „Liefde voor het Oranjehuis moet niet doorslaan in verheerlijking van de Oranjes.”

Ondanks de onthutsende uitlatingen van prins Bernhard moet de gereformeerde gezindte respect blijven tonen voor het koningshuis, stelt de predikant. „De Heere heeft in het verleden wonderlijk gewerkt in de geschiedenis van ons vaderland. De Oranjes zijn daarbij door Hem op een bijzondere manier gebruikt. Onze zonden doen Gods verbond niet teniet. Dat moeten we niet vergeten. ”

Dr. Op ’t Hof noemt drie Oranjes in het bijzonder: Willem van Oranje, prins Maurits, die de contraremonstranten steunde en stadhouder-koning Willem III, die qua levensstijl „het dichtst bij ons staat.” Mannen die zich enorm hebben ingezet voor de gereformeerden. „Dat deed het aanzien van de Oranjes iedere keer weer stijgen.”

Dr. Op ’t Hof wil de bijzondere band niet romantiseren, want ook in de 16e en de 17e eeuw was de levensstijl van de Oranjes niet altijd verblijdend. „Daar kennen we de voorbeelden van.”

Opmerkelijk is het dat de oudvaders -voorzover dr. Op ’t Hof weet- in hun preken nooit de Oranjes hebben aangesproken op het seksuele aspect van hun leefwijze. „Een predikant van Willem van Oranje spreekt de aanwezigen tijdens een doopdienst van een kind van de prins wel aan op de doopmaaltijd, die voorzien was van veel wijn en sterke drank. Maar ik ken geen preken waarin wordt gewezen op het zedelijk aspect. De kerk was toen zijn profetische houding wellicht op dit punt al kwijtgeraakt.”

De oudvaders zijn veelal positief over de stadhouders. „Dat komt door de eerbied die er was voor de Oranjes. Men onderkende Gods hand en was dankbaar daarvoor. Bovendien behoorden de Oranjes tot de bovenste laag van de maatschappij. Er leefde het beeld dat in de hoogste kringen meer mocht dan in lagere kringen. Daarnaast wilden de Oranjegezinde oudvaders de vele republikeinen geen voedingsbodem geven.”

Die rijke geschiedenis heeft voor dr. Op ’t Hof nu nog waarde. „Zoals het volk Israël een uitverkoren volk is -ook al zien we daar nu niks van- waarvoor we blijven bidden. Zo wil ik ook ondanks alle verval voor het Oranjehuis blijven bidden. Ik houd het koningshuis hoog. God heeft ons dit Oranjehuis geschonken”, aldus de predikant, die op koninklijke feestdagen de vlag uit blijft steken.

Orthodox-christelijk Nederland is vanouds verbonden met het Oranjehuis. Brengen de uitlatingen van prins Bernhard en de leefwijze van het koningshuis daar verandering in? Vandaag het vierde en afsluitende deel in een korte serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer