Beveiliging Hongkong opgeschroefd rond herdenking bloedbad plein
Hongkong heeft, net als vorig jaar, de beveiliging verscherpt en mensen gewaarschuwd niet samen te komen om het bloedige optreden van China tegen pro-democratische demonstranten op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 te herdenken.
Zaterdag is het exact 33 jaar geleden dat het Chinese leger het vuur opende om een einde te maken aan de door onlusten op en rond het plein in het centrum van Beijing. China heeft nooit een volledig dodental bekend gemaakt, maar volgens mensenrechtenorganisaties en getuigen zou het cijfer in de duizenden liggen.
In Hongkong is sinds vorig jaar herdenken niet meer toegestaan. Het Victoria Park, waar mensen doorgaans bijeenkwamen voor een jaarlijkse wake voordat de coronapandemie toesloeg, is door autoriteiten grotendeels afgezet. Mensen wordt gewaarschuwd er niet heen te gaan.
Beijing legde Hongkong in juni 2020 een strenge nationale veiligheidswet op die zogeheten subversieve activiteiten, terrorisme en samenspanning met buitenlandse strijdkrachten bestraft met levenslange gevangenisstraf. De leiders van Hongkong voerden de coronapandemie aan als reden dat de herdenking niet door kon gaan.
Taiwan, dat door China wordt beschouwd als een afvallige provincie, veroordeelde zaterdag bij monde van president Tsai Ing-wen de pogingen van de leiders in Hongkong om de herinneringen uit te wissen en herdenkingen onmogelijk te maken. Volgens haar wordt de „collectieve herinnering aan 4 juni in Hongkong systematisch uitgewist”. Op haar Facebook- en Instagram-pagina’s zei ze verder dat „wanneer de democratie wordt bedreigd en het autoritarisme in de wereld zich uitbreidt, de democratische waarden hooggehouden moeten worden.”
De Chinese autoriteiten verbieden al jaren elke openbare herdenking van de gebeurtenis op het vasteland.