Pensioenpremie zorg hoger
Met een negatief beleggingsresultaat van 6 procent over 2001 heeft PGGM opnieuw een teleurstellend jaar achter de rug. Het pensioenfonds voor de gezondheidszorg acht het om die reden nodig de premies met bijna 20 procent te laten stijgen.
PGGM, na het overheidsfonds ABP de nummer twee op de pensioenmarkt, wil zo de loonvaste ontwikkeling van de pensioenverplichtingen blijven bijbenen. „Het zou mij verbazen als andere fondsen een afwijkend beeld vertonen. We moeten rekening houden met een stijgende trend”, zei voorzitter van de hoofddirectie De Beus gisteren in een toelichting op het jaarverslag. „De gouden eeuw van de pensioenfondsen (de tweede helft van de jaren negentig, red.) is voorbij.”
PGGM hanteert een zogenoemd dynamisch premiesysteem, waarin bijstelling van het premieniveau gedempt kan plaatsvinden in plaats van schoksgewijs. De groei van het vermogen leek in 1998 dusdanig, dat werd besloten een extra demping aan te brengen. Noodgedwongen stapt de institutionele belegger nu weer van het „pad van gedempte premiestijgingen” af.
Het negatief beleggingsrendement en een ruime loongroei zijn voor PGGM de boosdoeners. Een bijstelling van de premiegrondslagen voor deze twee factoren heeft zodoende versneld tot een structureel premieniveau geleid dat anders pas in 2004 zou worden bereikt, meldt het jaarverslag. De Beus: „Hoe vervelend het ook is, ik denk dat we erin zullen slagen over te brengen dat de premiestijging nodig is. Wij proberen het pensioenpakket betaalbaar te houden, terwijl het op termijn minder fraai zal worden dan het was.”
PGGM zal de premies in 2003 „naar alle waarschijnlijkheid” met 1,5 procentpunt over het salaris laten stijgen. Werkgevers en werknemers nemen beide een deel van deze stijging voor hun rekening. De feitelijke premie zal daarmee dan 9,1 procent van het salaris bedragen. De Beus verwacht zelfs een verdere stijging: „Op lange termijn zullen we waarschijnlijk op de kostprijs van 10 à 11 procent van het salaris uitkomen.”
PGGM verzorgt in de sector zorg en welzijn het pensioen voor ruim 1,65 miljoen mensen. Een PGGM-pensioen wordt afgestemd op het gemiddelde salaris van de laatste twee werkjaren. Het aantal aangesloten instellingen bedraagt 14.300.
De cijfers over het eerste kwartaal geven uitzicht op voorzichtig herstel. Het totale beleggingsrendement bedraagt 1,1 procent. Stevige conclusies vallen daaraan nog niet te verbinden, bleek uit het commentaar van De Beus: „We zijn er tevreden mee dat onze systemen zo snel kunnen voorzien in actuele informatie.”
Over het afgelopen vijf jaar bedroeg het gemiddelde rendement 10,9 procent, tegen 11,7 procent voor de gezamenlijke andere Nederlandse pensioenfondsen, exclusief ABP. De Beus zei gisteren ondanks het magere resultaat over 2001 vast te willen houden aan de „strategische beleggingsmix”, met zo’n 30 procent vastrentende waarden en 70 procent zakelijke waarden. „Er is geen reden de financieringsopzet te veranderen.”
Door de negatieve ontwikkeling nam de dekkingsgraad fors af. In 2000 was de verhouding tussen verplichtingen en vermogen volgens de wettelijke definitie 153 procent. Eind 2001 was daar een in de woorden van De Beus „minder fraaie buffer” van 124 procent van over. Het belegd vermogen van PGGM bedraagt ongeveer 50 miljard euro. Om over veertig jaar de pensioenen nog te kunnen betalen, moet er 10 miljard bij.
De PGGM-topman hekelde echter de „onbetaalbare” eis van Pensioen- en Verzekeringskamer dat pensioenfondsen hun verplichtingen te allen tijde voor 100 procent moeten kunnen dekken. „Absolute zekerheid holt de zekerheid uit. Als we die kant uitgaan, gaan de premies nog verder omhoog.”
Met de dekkingseis hangt samen de gedachte dat pensioenfondsen hun uitkeringen moeten kunnen corrigeren voor het loon- en prijspeil. Volgens De Beus neemt de kans op toekomstige indexatie echter af naarmate de vermogensopbouw wordt belemmerd door al te strenge dekkingsgraadvoorschriften.
In 2001 ontwikkelde PGGM nieuwe, aanvullende pensioenproducten onder de naam PGGM Extra Pensioen. Het concern beschouwt dat als een consequentie van de taakopvatting „naast collectieve ook individuele producten aan te bieden.” PGGM Verzekeringen draagt sinds 1 januari de naam ”Careon”.