Aan het einde van de Rijnloop
De ‘vaartocht’ over de Rijn begon bijna een jaar geleden in het Duitse Emmerich bij de St. Martinikerk. Zij voerde langs kerken in Arnhem en Wijk bij Duurstede. Daar boog de Rijnloop af naar het noorden, om als Kromme Rijn naar Utrecht te gaan. Door de grachten stroomde het water westwaarts. Aan de andere kant van de stad liep het als de Leidse Rijn verder naar Harmelen.
Daarna heette de rivier de Oude Rijn. Kerken van Woerden, Alphen aan den Rijn en Leiderdorp kwamen in beeld in de fotoserie op de donderdagse pagina’s met kerkbeurten. In Leiden verdeelde het water zich over verschillende grachten.
Na Rijnsburg is het eindpunt daar: Katwijk aan den Rijn en tot slot Katwijk aan Zee. Daar zorgen waterbouwkundige werken ervoor dat het water in zee komt. De Buitensluis (spuisluis) zorgt dat het boezemwater uit de achterliggende wetering in zee wordt geloosd. Schepen kunnen hier niet zee op. Eeuwen geleden wel.
Beeldbepalend voor de kustplaats in de Oude of Andreaskerk. De oudste delen van het witte bedehuis dateren van rond 1460. De kerk werd vernoemd naar de apostel Andreas, schutspatroon van de vissers. De kerk is een aantal keer verbouwd. Door een slimme actie van een aannemer werd de kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog niet geheel gesloopt. In het Godshuis komt nu de hervormde gemeente van Katwijk samen.
Dit is de slotaflevering in de serie Langs de Rijn.