Lot Nederlandse Joden in Sobibor herdacht in Amsterdam
In Amsterdam zijn de ruim 33.000 Nederlandse Joden herdacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vergast in het nazi-vernietigingskamp Sobibor. Dat gebeurde met een plechtigheid bij de ingang van het Vondelpark aan de Van Eeghenstraat in Oud-Zuid, waar vorig jaar een nieuw gedenkteken is geplaatst.
De verschrikkingen van Sobibor werden in Nederland vooral bekend door het werk van Jules Schelvis, een van de slechts negentien Nederlandse overlevenden. Begin jaren 80 begon hij te schrijven over zijn ervaringen en in 1999 richtte hij de Stichting Sobibor op. Schelvis overleed in 2016.
Het monument bij het Vondelpark bestaat uit een plaquette en een spiegel. Initiatiefnemer Niels van Deuren wil dat mensen zich afvragen of ze zichzelf nog recht in de ogen kunnen kijken, en wat ze doen als ze racisme, discriminatie of intolerantie bespeuren. Hij raakte geïnspireerd door de toespraak van koning Willem-Alexander tijdens de Nationale Herdenking op de Dam, 4 mei 2020. De koning verwees op zijn beurt daarin naar een ontmoeting die hij had met Schelvis en wat hij daaruit meenam: „Sobibor begon in het Vondelpark. Met een bordje: ‘Voor Joden verboden’.”
De huidige voorzitter van de Stichting Sobibor, Christine Gispen-de Wied, haalde woensdag ook deze woorden van Willem-Alexander aan. Daarnaast schetste zij de gang van zaken in het kamp: „In Sobibor worden ruim 33.000 Joden uit Nederland vergast in 5 maanden tijd. Stel je dat voor. Dat is een doodsmachine. Uit Sobibor kom je niet terug.” Ook legt Gispen de link naar het heden: „Met de oorlog in Oekraïne en vluchtelingen over de hele wereld hebben we nog een lange weg te gaan voor een betere toekomst.”
Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib memoreerde tijdens de herdenking dat ze Schelvis twee keer heeft ontmoet: „Een kleine broze man die zo’n kracht uitstraalt. Dat heeft mij bijzonder geraakt en geïnspireerd.”