Binnenland

Moslims voelen zich buitengesloten

Rotterdammers tonen weinig interesse in moslims en hebben weinig kennis van de islam. Moslims voelen zich daardoor buitengesloten. Integratie wordt bemoeilijkt door sociaal-economische problemen die moslims op school en de arbeidsmarkt ervaren.

A. M. Alblas
17 December 2004 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 02:00

Dat zijn enkele conclusies die het college van burgemeester en wethouders in Rotterdam trekt uit de elf debatten over islam en integratie die de afgelopen maanden zijn gehouden. Niet minder dan 1500 moslims van Marokkaanse, Turkse en Somalische afkomst namen daaraan deel. Zij spraken over maatschappelijke thema’s en de invloed van de islam daarop.

De resultaten van de gesprekken vormen de basis voor informatieve acties die maandag van start gaan. De acties, die op alle inwoners gericht zijn, hebben als thema ”Wij Rotterdammers durven met elkaar in gesprek te gaan”. Aan de orde komen de scheiding van kerk en staat, basisprincipes van de Nederlandse democratische rechtsstaat, geloof, tradities en culturen in de islam en de positie van vrouwen en homoseksuelen.

Het doel is om de Rotterdammers hierover te informeren voordat ze daarover vanaf 2 februari publieke debatten gaan voeren, zo maakte wethouder L. Geluk (Integratie) donderdag bekend. Hij heeft een goed gevoel overgehouden aan het traject dat tot nu toe is doorlopen. „Uit de debatten die moslims met elkaar voerden, is gebleken dat dé moslim niet bestaat”, zegt hij. „Onderling zijn er grote verschillen. Religie en cultuur lopen door elkaar.”

Het Rotterdamse college verwacht een aantal handreikingen van de moslimgemeenschap. Zo moet deze beter communiceren over de eigen religie en religieuze activiteiten toegankelijk maken voor niet-moslims. Ook wordt verwacht dat ouders zich actiever opstellen om het vaak negatieve beeld dat jongeren over de samenleving hebben te keren. Imams, moskeebestuurders en zelforganisaties worden aangespoord bij de achterban de integratie te bevorderen. „Dat gebeurt nu te weinig”, zegt Geluk, die ook vindt dat de kennis van de Nederlandse taal en van de samenleving moet verbeteren.

Daarnaast verwacht het college dat de autochtone gemeenschap en Nederlandse instituties meer interesse zullen tonen voor moslims. Er is nu te vaak sprake van een wij-zij-denken. Anderzijds voelt de eerste generatie migranten en jongeren zich nadrukkelijk onderdeel van de Rotterdamse bevolking. Het ontstaan van witte en zwarte scholen en wijken moet worden tegengegaan. Volgens wethouder Geluk moeten moslims niet te veel verantwoordelijk worden gesteld voor de problemen in de stad.

LPF-wethouder M. Pastors van Fysieke Infrastructuur toont zich kritisch positief over de tot nu toe bereikte resultaten. „We zijn er nog lang niet”, zegt hij. „Het houdt me wel scherp, want er is ook veel nog niet gezegd, maar ik heb vertrouwen in dit proces”, zegt hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer