Raad van State: meer waarborgen nodig in wet voltooid leven
De Raad van State vindt dat de initiatiefwet voor een vrijwillig levenseinde nog niet goed genoeg is. Er zijn meer waarborgen nodig om vast te stellen dat mensen echt in aanmerking komen voor euthanasie, vindt de afdeling advisering.
De wet gaat over euthanasie voor mensen die euthanasie willen, niet omdat ze ongeneeslijk ziek zijn, maar om een andere reden. Volgens het hoogste adviesorgaan is het belangrijk dat vastgesteld kan worden dat mensen echt dood willen, er goed over nagedacht hebben en niet meer twijfelen en dat hun doodswens geen verband houdt met bijvoorbeeld geldproblemen. Voordat het wetsvoorstel van voormalig D66-Kamerlid Pia Dijkstra in behandeling wordt genomen, moeten meer waarborgen worden ingebouwd.
Hulp bij zelfdoding blijft in het wetsvoorstel in principe strafbaar, tenzij het gaat om ouderen van minimaal 75 jaar en als aan een reeks zorgvuldigheidseisen wordt voldaan. Zo moet de oudere wilsbekwaam zijn, moet er minimaal twee maanden bedenktijd tussen het eerste en definitieve verzoek zitten en moet zijn vastgesteld dat het een vrijwillige en weloverwogen keuze is, stelt D66 voor.
Die twee maanden bedenktijd voldoet in ieder geval niet, oordeelt de Raad van State. De Raad heeft ook vraagtekens bij de leeftijdsgrens van 75 jaar en wil een betere en op onderzoek gebaseerde onderbouwing zien.
D66 gaat de tijd nemen om het advies van de Raad van State „uitgebreid en zorgvuldig” te bestuderen, stelt D66-Kamerlid Paul van Meenen in een reactie. „We blijven in nauw overleg met betrokkenen en mensen in de samenleving. Hiermee doen we recht aan de complexiteit en zwaarte van het onderwerp.” Coalitiegenoot ChristenUnie (CU) en de SGP hopen dat dit het einde betekent van het initiatiefvoorstel.
De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) vindt dat de Raad in het advies te veel leunt op een oud onderzoek, waarin werd vastgesteld dat er maar weinig mensen dood willen omdat ze klaar zijn met leven en dat ze er dan ook vaak nog tweeslachtig in zijn. „Wij krijgen heel andere signalen”, zegt bestuurslid Dick Bosscher.
Hij vindt het advies ook betuttelend. „Het gaat om mensen die klaar zijn met leven en de mogelijkheid willen hebben om op een zeker moment uit het leven te stappen.” Ze nemen volgens hem dan ook een weloverwogen besluit. Ook vindt hij het onjuist dat er een arts bij de levensbeëindiging in deze gevallen aanwezig zou moeten zijn.