Leden grootste onderwijsbond bijna unaniem voor nieuwe cao
Vrijwel alle leden van de Algemene Onderwijsbond (AOb) hebben ingestemd met het voorstel voor een nieuwe cao voor het basisonderwijs. Bij de grootste vakbond van onderwijspersoneel kwamen veel enthousiaste reacties binnen vanuit de achterban. Leraren zijn blij dat na jaren afspraken zijn gemaakt over het dichten van de zogenoemde loonkloof, het inkomensverschil tussen docenten in het primair onderwijs en het middelbaar onderwijs. Van de AOb-leden die hun stem uitbrachten over de cao, stemde 95 procent voor.
Die kloof wordt gedicht: leerkrachten op basisscholen krijgen een flinke salarisverhoging. Volgens het ministerie van Onderwijs, dat meer dan 900 miljoen euro uittrekt voor de afspraken, gaan de juffen en meesters er gemiddeld 10 procent op vooruit. De loonkloof zorgde jarenlang voor discussies en zelfs stakingen.
AOb-bestuurder Thijs Roovers noemt de afspraken met de werkgevers en de overheid „historisch”. Hij ziet het persoonlijk als „kroon op zijn werk” van de afgelopen jaren. „Met dit akkoord is de beloning in primair en voortgezet onderwijs gelijk geworden. Ook voor ondersteuners. Ook voor de schoolleiders. En ook voor de mensen in het voortgezet speciaal onderwijs. Hier hebben de collega’s jarenlang actie voor gevoerd.”
De bond zegt er wel bij dat de problemen in het onderwijs, zoals het lerarentekort, nog niet zijn opgelost met een betere set arbeidsvoorwaarden. Wat de leraren betreft moet er nog veel gebeuren om klassen te verkleinen en de werkdruk te verlagen.