Lidstaten sluiten deal over verplichte gasvoorraden tot 2026
De EU-landen hebben een akkoord gesloten over de verplichte opslag en het delen van gas tot eind 2026. Alleen voor Ierland, Cyprus en Malta geldt een uitzondering op de nieuwe regel zolang die lidstaten niet zijn aangesloten op de Europese gasinfrastructuur. Vloeibaar aardgas (lng) mag worden meegeteld bij de landelijke voorraad. De maatregel wordt genomen om de afhankelijkheid van gas uit Rusland af te bouwen.
Landen die geen eigen opslagcapaciteit hebben, krijgen toegang tot de reserves van andere EU-landen en moeten meebetalen aan het aanvullen daarvan, hebben de EU-ambassadeurs afgesproken. Voor het kabinet is meebetalen belangrijk omdat Nederland een grote opslagcapaciteit heeft en met de huidige gasprijzen de rekening hoog kan oplopen. In maart had klimaatminister Rob Jetten het over 6 tot 7 miljard euro voor dit jaar.
Er komt in de EU ook een verplichte certificering voor alle beheerders van de opslagsystemen, om „potentiële risico’s van externe beïnvloeding van kritische infrastructuur” te voorkomen, aldus de lidstaten. Hun deal moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement.
Nadat de toevoer van gas uit Rusland, de voornaamste leverancier van de EU, na de invasie in Oekraïne eind februari steeds onzekerder werd, kwam de Europese Commissie in maart met het voorstel verplichte gasvoorraden aan te houden in de EU, van minimaal 80 procent per 1 november en de winters erna 90 procent. Inmiddels heeft Rusland de gaskraan naar Polen en Bulgarije volledig dichtgedraaid. Zij worden nu door hun buurlanden bevoorraad.