Flitsbezorgers komen met gedragscode voor betere band met buurt
Vier grote flitsbezorgers hebben samen een gedragscode opgesteld, waarmee ze conflicten met gemeenten en omwonenden van hun filialen willen voorkomen. Flink, Getir, Gorillas en Zapp hebben de afspraken ondertekend.
Bij flitsbezorgers kunnen mensen kleine boodschappen bestellen die vervolgens razendsnel, bijvoorbeeld binnen 10 minuten, worden afgeleverd. Om dat te kunnen doen, zitten de distributiepunten midden in woonwijken. In die ‘winkels’ is verder niets te doen, de ramen zijn afgeplakt en consumenten kunnen niet naar binnen. Daarom worden ze ook wel dark stores genoemd. De bezorgers staan met hun elektrische fiets vaak midden op de stoep te wachten tot ze een opdracht krijgen om iets af te leveren. Vervolgens schieten ze door het verkeer om op tijd bij de bestemming te komen. Dat leidt tot frustratie bij buurtbewoners.
In meerdere gemeenten zijn de flitsbezorgers al verboden. In Amsterdam gaf de gemeente opdracht om een dark store te sluiten en de rechter gaf de hoofdstad daarin gelijk. Bij elk verbod loopt de flitsbezorger potentiële inkomsten mis.
In de nieuwe gedragscode staan zes uitgangspunten. Zo beloven de vier bedrijven dat ze hun vestigingen „met zorg uitkiezen”. Dus komen er geen dark stores „in centrale winkelstraten, voetgangerszones of in de nabijheid van basis- of middelbare scholen”. Bezorgers mogen geen overlast veroorzaken en moeten op de stoep ruimte laten voor voetgangers. Verder zeggen de bedrijven dat „veiligheid voor ons personeel en medeweggebruikers onze hoogste prioriteit heeft”. De snelheid van de e-bikes wordt begrensd op 25 kilometer per uur, terwijl elektrische scooters niet harder dan 45 kunnen rijden. Bezorgers krijgen per uur betaald, ze worden niet aangepakt als ze langzaam rijden en niet beloond voor snelheid, aldus de gedragscode.
Flink, Getir, Gorillas en Zapp zeggen ze dat ze voor elke vestiging afspraken willen maken met de betreffende gemeente, bijvoorbeeld over „parkeren, bevoorrading en het aangezicht van de vestiging”. Dat geldt „voor alle nieuwe vestigingen in Nederland en bestaande vestigingen waar mogelijk”.