Getuigen
Om te begrijpen wat het geweten (de consciëntie) is, moet men weten dat er vier dingen in het geweten zijn, namelijk een wet, een getuige, een rechter en een straf. Ik zal een voorbeeld geven. Iemand die schuldig is aan moord of overspel, weet dat moordenaars en overspelers de dood verdiend hebben. Deze kennis is hem een wet. Hierop zal hij antwoorden: Ik heb deze misdaden begaan. Dit getuigenis is een getuige.Uit deze twee voorstellingen trekt de zondaar het besluit: Zo heb ik dan de dood en de vloek van God verdiend. Dit besluit komt van de rechter die het vonnis velt. Daarop volgen straf en benauwdheid van de ziel. De straf is geen deel van het geweten, maar een uitwerking.
Nu zijn er echter zulke listige mensen die de twee eerste wel weten, maar zij voegen die niet bij de andere. De wet van God is hun niet onbekend en zij weten ook dat zij zulk een gebod hebben overtreden. Zij gaan echter niet verder om ook zichzelf te veroordelen. Daarboven is het ook een gewoonte van mensen die veel verontschuldigingen weten te vinden, hun zonden te verkleinen door allerlei uitvluchten. Ze zeggen: Ik heb dit of dat wel gedaan, maar kijk eens naar David en Salomo. Die hebben het nog erger gemaakt. Doch Paulus zei dat hìj de grootste der zondaren was.
P. du Moulin, prof. te Sedan (Frankrijk) (Tien predikatiën, 1660)