Israël moet terreurnetwerken in het hart treffen
Ondanks aanzienlijke aanscherping van de veiligheidsmaatregelen en omvangrijke antiterreuroperaties, lijkt de golf van aanslagen die Israël teistert niet af te nemen.
Zondag stak een Palestijn een politieman neer bij de Damascuspoort in Jeruzalem. De aanvaller werd neergeschoten en in kritieke toestand in het ziekenhuis opgenomen. Kort daarna drong een gewapende terrorist het dorp Tekoa binnen. Een inwoner schoot de Palestijn, die met een mes voor zijn deur stond, dood. Vorige week donderdag doodde een Palestijnse terrorist drie mensen met een bijl in het ultraorthodoxe stadje Elad.
De aanslagen zijn de laatste in een serie die Israël de afgelopen twee maanden te verwerken kreeg. De statistieken zijn veelzeggend. In maart registreerde de politie 190 aanvallen; in april liep dat aantal al op tot 268. De meeste incidenten deden zich op de Westelijke Jordaanoever en in Jeruzalem voor.
De Israëlische veiligheidsdiensten en het leger breken zich intussen het hoofd over de vraag hoe ze deze golf van terreur kunnen stoppen. Met man en macht wordt gewerkt om de gaten in de veiligheidsbarrière tussen Israël en de Westoever te dichten. Het aantal patrouilles is opgevoerd en speciale eenheden voerden al tientallen operaties uit om terreurverdachten op te pakken en wapenopslagplaatsen te ontmantelen.
De aanpak stuit echter op minstens twee grote problemen. In de eerste plaats lijkt een aantal van de terroristen dat de aanvallen van de afgelopen weken uitvoerde geen banden met bekende netwerken te hebben. Zij planden hun acties kennelijk zelfstandig. Dat maakt het een stuk lastiger om dit soort aanslagen te verijdelen.
Belangrijker nog is de niet aflatende opruiing en haatzaaierij, vooral richting Palestijnse jongeren. Die komt de afgelopen weken vooral van Hamasleider Yahya Sinwar. Vanuit de Gazastrook stuurt hij voortdurend berichten de wereld in dat Israël plannen heeft om het gezag over de Tempelberg in Jeruzalem over te nemen. Hij zet Palestijnen ertoe aan haast te maken met de gewelddadige „bevrijding” van de Heilige Stad.
Vorig jaar rond deze tijd zette Sinwar zijn woorden kracht bij met het afschieten van raketten, onder andere richting Jeruzalem. Dat leidde tot een kortstondige oorlog. De vraag is of Hamas nu opnieuw op een gewapend conflict uit is.
Het standaardantwoord is doorgaans dat beide partijen daar op dit moment geen belang bij hebben. De praktijk is echter dat rationele overwegingen lang niet altijd een rol spelen in dit soort gevallen.
Israël heeft er in elk geval belang bij dat de veiligheid van zijn burgers gewaarborgd is. Daarvoor is het nodig terreurnetwerken in het hart te treffen. Dat zal op zijn best echter een tijdelijke oplossing brengen. Want opruiing en haatzaaierij laten zich helaas niet met behulp van oorlogstuig uitroeien.