Het ouderlijk huis verlaten, daar komt veel bij kijken
Als starter een huis bemachtigen is tegenwoordig geen gemakkelijke opgave. Maar als je eindelijk een koopcontract hebt getekend, begint een welhaast nog veel grotere klus. Bij het verfraaien en inrichten van je eerste woning moet je aan duizend en één dingen denken, weet ik sinds vorig jaar uit ervaring.
Na al die bezichtigingen, overbiedingen, teleurstellingen en nieuwe pogingen ben je ineens eigenaar van een huis. Zo verging het mij in mei vorig jaar. Ik had het voorrecht een koopcontract te kunnen tekenen, waarmee ik eigenaar werd van een Apeldoorns appartement. De sleuteloverdracht zou pas 1 oktober plaatshebben. Dat leek nog ver weg. Daarom kwam ik niet meteen in de benen voor wat betreft de aanschaf van meubels, keukengerei en linnengoed.
Na de zomervakantie kwam de afspraak bij de notaris ineens verbijsterend snel dichtbij. Dus begon ik serieuzer na te denken over wat er moest gebeuren om op eigen benen te gaan staan.
Veiling
Om ergens te kunnen wonen, moet je op z’n minst voedsel, een slaapgelegenheid en kleding hebben. Aan die laatste twee zaken hoefde ik niets te doen. Een forse inbouwkledingkast en een dito hoeveelheid kleding waren al voorradig. En mijn bed uit het ouderlijk huis kon gewoon meeverhuizen.
De mogelijkheden om eten te bereiden waren nog niet zo uitgebreid. Sinds een veiling ten behoeve van de kerkbouw zat ik met een aardappelschilmachine opgescheept. Bij de plaatselijke supermarkt had ik ooit een brooddoos met een handdoek, theedoek, twee soepkommen en twee voorraadbakjes gewonnen. En voor m’n laatste verjaardag had ik een pan en een mes gekregen. Groter was mijn uitzet niet.
Om deze verzameling wat aan te vullen, stelde ik een lijstje op van zaken die onmisbaar of gewoon heel handig zijn. Een snijplank, goede messen, een pannenset, theeglazen, mokken, een braadpan, dat soort dingen. Het hielp mij om bij het opstellen van dit lijstje na te gaan wat zich thuis in de keukenlades en -kastjes bevindt. Niet alles wat daar staat of ligt, is trouwens noodzakelijk. Een eierklutser, bijvoorbeeld, die hoeft van mij niet. Een garde is ook prima.
Op het lijstje stond ook een prullenbak. Achteraf bezien was ik blij met de vroege aanschaf daarvan. Tijdens het klussen is het handig om die al te hebben staan. Voor de schier oneindige stroom verpakkingen van spullen die je aanschaft. Bijvoorbeeld het plasticje om de rollen afplakband, het kartonnetje om de rollen schuurpapier of de doos waarin de bouwlamp zit. Zo ongeveer alles wat je koopt, zit in cellofaan of karton; afval dat prima gesorteerd kan worden in een daarvoor geschikte prullenbak.
Die lijstjes van aan te schaffen dingen zijn voor elke ruimte in het huis handig, trouwens. Waarmee wil je de woonkamer vullen? Wat mag in de badkamer niet ontbreken? Wat is in een slaapkamer onmisbaar? Wat is nodig om de werk- annex logeerkamer werk- en logeerbaar te maken?
De kunst is vervolgens om met zo weinig mogelijk geld en nieuwkoop de lijstjes afgestreept te krijgen. Mijn meedenkende en gulle moeder heeft me daar voortreffelijk bij geholpen. Op een avond: „Het servies dat ik aan het begin van ons huwelijk kocht, heb ik nog staan. Dat hebben we nauwelijks gebruikt, omdat het te kwetsbaar bleek voor kleine kinderen. Je mag het hebben.” En: „In de kelder staan nog ergens papschaaltjes. En in dezelfde kist moeten ook nog kopjes en theeglazen liggen.” Na een speurtocht kon ik ook ”soeplepel”, ”schaal” en ”koekenpan” afstrepen.
En zo ging het ook met witgoed. Pannenlappen, die lagen er thuis meer dan genoeg. Een niet eerder gebruikt gastendoekje voor in het toilet mocht ik ook meenemen. En een zus kwam met overtollige hand- en theedoeken aanzetten.
Natuurlijk kon niet alles van het keuken- en witgoedlijstje afgestreept worden. Het leek me de snelste manier om de resterende goederen via een webwinkel te bestellen. Achteraf betwijfel ik of daar echt tijdswinst mee geboekt is.
Pannenset
Tijd krijgt een mens in overvloed, maar de veelal nutteloze besteding ervan maakt deze gave snel schaars. Daar werd ik bij het op orde krijgen van m’n appartement behoorlijk mee geconfronteerd. Hoewel ik voorafgaand aan de onlinezoektocht met mezelf had afgesproken niet eindeloos te zoeken naar een pannenset met de beste prijs-kwaliteitsverhouding, ben ik er naar schatting toch een uur mee bezig geweest. Ik had best duidelijke zoekcriteria –geen antiaanbaklaag, geen glazen deksels, geen zogenaamd handige snufjes– maar de keuze bleek alsnog reuze. En toen kon ik de verleiding niet weerstaan om al die opties te vergelijken. En zo ging het ook met de bestekcassette.
Om er de vaart in te krijgen, begaf ik me op een vrije middag toch maar naar een tamelijk fors winkelcentrum. Als je niet al te kritisch bent, kun je daar snel slagen, en voor niet al te veel geld. Zonder bedoeld reclame te maken: in de Xenos en de Blokker kon ik praktisch alle onafgestreepte goederen bemachtigen: snijplank, pollepel, spatel, waterkoker, wasknijpers, schoonmaakdoekjes, bakjes waarin je etenswaren kunt invriezen.
Het woonkamerlijstje bestond vooral uit meubels. Eén daarvan besloot ik nieuw aan te schaffen; een hoekbank. De rest verzamelde ik op een bekende digitale marktplaats. Achteraf bezien bleek dat geen gekke keuze: de ouderwetse knopstoelen uit Kootwijkerbroek, de stevige eikenhouten tafel uit Apeldoorn en de teakhouten buffetkast uit Doetinchem oogsten nu de meeste lof. Wat bij bezoekers ook in de smaak valt, is een oude dekenkist die als salontafel dienstdoet. Het ding was 40 kilometer verderop bijna gratis af te halen.
Die bank, daarvoor ging ik begin september naar de woonboulevard. In m’n uppie. Dat leek me wel bevorderlijk voor een vlotte besluitvorming. Wat de voortvarendheid niet zo bespoedigde: het bezoek had op zaterdagmiddag plaats. En nu adviseer ik iedereen die zijn tijd nuttig wil besteden: ga niet op zaterdagmiddag naar een woonwinkel.
Nieuwe meubels staan trouwens niet gelijk bij je op de stoep. De levertijd voor mijn bank bedroeg ruim vier maanden. Alleen dat zou al een reden kunnen zijn om het eerst eens tweedehands te proberen.
Kliederen
Op een dag loop je het notariskantoor uit met een sleutelbos. Je kunt dan gelijk verhuizen. Misschien had ik dat gewoon moeten doen. Laatst hoorde ik een wijs man zich hardop afvragen: Waarom kunnen we tegenwoordig niet meer gewoon in een huis gaan wonen? Waarom moeten we eerst alles spic en span maken voor we verhuizen?
Toch besloot ik enkele ruimtes van het huis aan een kleine make-over te onderwerpen. De muren van de woonkamer en de slaapkamer waren bijvoorbeeld rood, bloedrood. Dat vond ik wat agressief ogen. Rustig groen leek me beter. Zodoende stapte ik op zaterdag de verfwinkel binnen. Een paar honderd euro lichter –ja, zo duur is verf– verliet ik een halfuur later het pand. Het kliederen kon beginnen.
Wat je op de eerste dag van je sleuteleigenaarschap beslist niet mag vergeten: voedsel en drinken aanschaffen voor dorsende ossen – de familieleden en vrienden die hun helpende handen uitsteken. En voor het geval die hulp kleine kinderen meebrengt, is het ook handig om wat speelgoed te hebben liggen. Ook voor degenen die gewoon uit medeleven een bezichtiging doen, is een gevulde koektrommel wel zo gerieflijk. En iets als klapstoeltjes zijn dat ook.
Met verf kan ik aardig overweg. Een lamp ophangen lukt me ook nog. Maar echt ingewikkelde installatieklusjes laat ik met alle vormen van vertrouwen over aan mijn broers. Deze technische types werken als een wervelwind en gaan liefst in één vaart door. Ze vinden het daarom fijn om te weten welke klusjes er allemaal moeten worden geklaard. Opnieuw een lijstje aanleggen kan geen kwaad.
Ook als je geen haast hebt, is het praktisch om een verhuisdatum vast te stellen. Want de ervaring leert: iedereen wil helpen verhuizen, en iedereen wil zodoende weten welke dag in de agenda gereserveerd kan worden. Een stip aan de horizon is ook voor jezelf fijn. Alleen al in emotioneel opzicht; je hebt dan een moment om naartoe te leven, en kunt sluimerend afscheid nemen van je ouderlijk huis.
Adreswijziging
Vanachter je bureau kun je van alles regelen voor de verhuizing. Vraag een maand van tevoren bijvoorbeeld een internetaansluiting aan. Op de website van het regionale waterleidingbedrijf kun je zorgen dat er na de sleuteloverdracht water uit de kraan blijft komen. En zoek ook meteen een energieaanbieder die je stroom en zo nodig ook gas kan leveren.
Verder: geef bij de gemeente een adreswijziging door. Dat kan via internet. Als je het niet of te laat doet, riskeer je een boete.
Straf krijg je niet als je in de kerkbode geen verhuisbericht laat zetten, maar het is voor gemeente- en kerkenraadsleden wel zo handig om te weten waar je uithangt. Een mailtje naar de scriba van de kerkenraad en naar de redactie van de kerkbode is snel gestuurd.
Uiteraard mag het afsluiten van een krantenabonnement ook niet ontbreken. Wil je het kerkblad of een zinvol tijdschrift blijven lezen? Regel dat dan ook enkele weken van tevoren; het duurt meestal even voordat je aanvraag door de administratieve molen is.
Op of vlak voor de dag van verhuizing is het opnieuw tijd voor een lijstje. Nu voor de supermarkt. De keuken, voorraadkast, koelkast en vriezer hebben vulling nodig. En daarom is een uiterst uitgebreid boodschappenlijstje handig. Het is slim om daarop ook wat ingrediënten een plek te geven waarmee je in een handomdraai een warme maaltijd op tafel kunt zetten. Voor als je onverwachts eters krijgt.
Nu je toch in de winkel bent, kun je meteen een serie bedankjes regelen voor iedereen die je heeft geholpen bij het klussen en de verhuizing. Iets smulbaars, bijvoorbeeld.
Adem uit
De grote dag is daar. Je wordt voor het laatst wakker in je ouderlijk huis. Adem in. Sjouw samen met je hulptroepen al je bezittingen naar de nieuwe bestemming. Vergeet niet te eten. Vergeet niet af en toe een fotootje te schieten. Houd het hoofd koel. Focus op het aansturen van de helpende handen. En adem uit.
De hectische dag is voorbij en je zit ’s avonds alleen of samen op de bank, of op tuinstoelen. Een nieuw huishouden is geboren. Je bepaalt binnen de muren van je huis zelf de regels. Dat klinkt fijn, maar is ook een grote uitdaging. Je komt er in no-time achter dat de gebruiken in het ouderlijk huis lang zo gek niet waren.
Dit is trouwens hét moment om goede gewoontes in je dagelijks leven te programmeren. Bij het vormgeven van een huishouden moet je sowieso een nieuw ritme vinden, dus dit is de ultieme kans om slechte gewoontes vaarwel te zeggen. Thuis verbleef mijn telefoon bijvoorbeeld altijd in mijn slaapkamer, het was immers ook mijn wekker. En hoezeer ik er ook tegen streed, regelmatig gaf ik die machine toch meer aandacht dan het ding verdient.
Om aan die strijd een einde te maken, kocht ik een wekker. Zodat m’n telefoon op de studeerkamer kan overnachten. En het werkt. Zo simpel is de strijd tegen verleidingen soms. Als je geen wakende ogen van ouders meer in huis hebt, kun je dat gevecht maar beter serieus nemen. Want je kunt nog zo veel slechte gewoontes bij het grofvuil achterlaten; je neemt wel jezelf mee.
Het duurde bij mij een paar weken voor mijn huis mijn thuis begon te worden. Dat is een raar proces dat grotendeels in je onderbewustzijn plaatsvindt. Je kunt het wel versnellen, bijvoorbeeld door familie en vrienden en buren uit te nodigen. Voor een kop koffie of een maaltijd. Bij het uitzwaaien van de visite, voelde ik steeds: jullie gaan naar jullie huis, ik blijf in het mijne. En daarna hoorde ik vaak in gedachten een kleuterklas zingen: „Opa Bakkebaard heeft een huisje, en in dat huisje, daar is het goed.” Die bakkebaard is bij mij nog ver te zoeken, maar in m’n huisje is het best goed.