Kerk & religie

Geen verderf gezien

Psalm 16:10b

Johannes Calvijn
29 April 2022 07:08
beeld RD
beeld RD

„Gij zult niet toelaten dat Uw Heilige de verderving ziet.”

Het is veeleer Zijn genadige goedheid dat Hij wil aannemen wat niet waardig was voor Hem gebracht te worden. Er is altijd reden genoeg om onze werken te veroordelen wanneer God die scherp wil onderzoeken, omdat zij altijd met enige bevlekking besmet zijn. Nochtans spaart God ons. Hij neemt desalniettemin aan hetgeen wij Hem offeren, hoe slecht of gebrekkig het ook is, tenminste, zo het alles door het geloof gereinigd wordt en wij weten dat het alleen om Christus Jezus’ wil is dat wij Hem aangenaam zijn. Ziedaar dan wat wij te onthouden hebben.

Intussen zullen wij ook weten dat er reeds een andere reuk, ongelijk beter en van meerdere kracht dan de zalf waarvan hier gesproken wordt, in het lichaam van onze Heere Jezus Christus geweest was. Wij hebben hiervoor verklaard dat de Joden gewoon waren de lichamen te zalven, opdat ze in de hoop op de verrijzenis en het eeuwige leven versterkt werden, en dat het was om te bewijzen dat de lichamen niet zouden verrotten, maar tot de jongste dag bewaard worden, waarop God ze weer oprichten zou. Maar het was nodig dat het lichaam van onze Heere Jezus Christus van alle verrotting vrij was; echter mocht de balsem hier niet de oorzaak van zijn, maar omdat het betuigd was geworden dat God niet zou toelaten dat Zijn Heilige en Welbeminde verderving zou zien.

Johannes Calvijn,
predikant te Genève

(”Het gepredikte Woord”, 1965)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer