In de eerste drie maanden van dit jaar dienden bijna 6500 mensen een eerste asielverzoek in bij Nederland, ruim een derde minder dan een kwartaal eerder. De belangrijkste reden is dat de vluchtelingenstroom uit Syrië flink is afgenomen. Vluchtelingen uit dit land vroegen 1640 keer asiel aan, tegen bijna 4000 keer in de laatste drie maanden van 2021.

Er kwamen ook minder familieleden deze kant op die werden herenigd met een vluchteling nadat die een verblijfsvergunning had gekregen. Deze groep zogenoemde nareizigers kromp met een vijfde naar ruim 2500. Ook hier betreft het met name een daling van het aantal Syriërs.

Vergeleken met de eerste anderhalf jaar van de coronapandemie ligt het aantal asielaanvragen en nareizigers nog steeds hoog. Toen was het vanwege de vele reisbeperkingen moeilijk om hiernaartoe te vluchten. Volgens de onderzoekers is er nog steeds een „inhaalslag” gaande van mensen die alsnog naar Nederland komen.

De oorlog in Oekraïne werkte in beperkte mate door op de asielcijfers. Normaal gesproken vragen elk kwartaal ongeveer twintig Oekraïners hier asiel aan. In het eerste kwartaal gebeurde dit 75 keer. Slechts een fractie van de 33.000 naar Nederland gevluchte Oekraïners heeft hier dus asiel aangevraagd. Dat komt volgens het CBS omdat zij niet verplicht zijn om dat te doen.

Ook Russen hebben vaker een asielaanvraag ingediend in het eerste kwartaal van 2022, namelijk 120 keer. In de afgelopen drie jaar meldden elk kwartaal gemiddeld 65 Russen zich bij de IND. Zij zijn hun land bijvoorbeeld ontvlucht omdat ze op sociale media of bij een demonstratie kritiek hebben geuit op de Russische regering en vrezen voor een gevangenisstraf, zei VluchtelingenWerk eerder deze maand.