”Stille Nacht” zingen in de bajes
Het justitiepastoraat wil meer kerkelijke vrijwilligers inschakelen, zo bleek dinsdag tijdens de presentatie van de beleidsnota 2004-2008 van het protestants justitiepastoraat in Utrecht. Een grote campagne, die volgend jaar begint, moet kerken meer bij het werk onder gedetineerden betrekken. Op dit moment zijn er 1500 vrijwilligers actief.
Hoofdpredikant van het protestants justitiepastoraat ds. J. D. W. Eerbeek presenteerde dinsdag samen met zijn rooms-katholieke collega, prof. dr. A. H. M. van Iersel, de plannen voor de toekomst. Zij deden dat in de Silokerk, hartje Utrecht, vanwege de betrokkenheid van deze kerk op het leven van ex-gedetineerden.
Zowel de predikant als de aalmoezenier benadrukte tijdens de presentatie van de beleidsnota het belang van het justitiepastoraat. De situatie van veel gevangenen is schrijnend. Gedetineerden zitten gevangen in een complex van problemen waaruit ze zichzelf niet kunnen bevrijden. Daarbij gaat het onder meer om achterstanden in persoonlijke ontwikkeling, in relationele en sociale vaardigheden en in scholing. Ook verslaving, eenzaamheid en werkloosheid spelen vaak een rol.
Gedetineerden kloppen met deze problemen zeer regelmatig aan bij iemand van het justitiepastoraat. Door middel van kerkdiensten en gesprekken krijgen de gedetineerden de mogelijkheid hun delict te verwerken, een persoonlijke levensoriëntatie te ontwikkelen en een begin te maken met een nieuwe levensweg.
In de twee beleidsnota’s staat dat de samenwerking met Stichting Exodus Nederland zal worden geïntensiveerd. Deze stichting runt tien huizen waar (ex-)gedetineerden onder begeleiding werken aan een succesvolle reïntegratie in de maatschappij. Jaarlijks volgen tussen de 200 en 300 (ex-)gevangenen een programma bij Exodus.
Marc Groenendijk is werkzaam in het Exodus-huis in Utrecht. Daar is plaats voor veertien (ex-)gedetineerden. „Het is net een soort studentenhuis”, zegt de teamleider. Het aantal recidivisten na een Exodus-programma is aanzienlijk lager dan het gemiddelde percentage van ongeveer 70 tot 75 procent. „De helft van de mensen maakt ons programma af. Van die (ex-)gedetineerden komt slechts 25 procent weer in aanraking met de politie.”
Iemand die zelf het belang van zowel het justitiepastoraat als een goede nazorg heeft ervaren, is Goof (35). Hij is vol lof over het justitiepastoraat en over stichting Exodus. „Morgen kom ik officieel vrij. Als ik geen programma bij Exodus had kunnen volgen, had ik van justitie een enkeltje naar m’n woonplaats gekregen. Waarschijnlijk zou ik dan morgenavond ergens onder een brug in de vrieskou moeten slapen, want terug naar m’n familie kan ik niet. Daarvoor is er te veel gebeurd.”
De welbespraakte ex-gedetineerde verzwijgt zijn verleden niet. „Ik leidde lange tijd een dubbelleven. Ik was getrouwd en had twee zoontjes, daarnaast had ik gewoon mijn werk. Wat mijn familie niet wist, was dat ik cocaïne gebruikte. Op een gegeven moment zat ik echt diep in de problemen en had geld nodig. Ik heb toen een bank overvallen. Ik ben opgepakt en opgesloten in de gevangenis te Sittard.”
In de gevangenis kwam de kortgeknipte Goof voor het eerst in aanraking met het justitiepastoraat. „Iedere zondag bezocht ik de diensten in de bajes. Gemiddeld bezochten ongeveer vijftig gevangenen de dienst. Voor velen was de kerkdienst een aangename afwisseling op het vaak monotone leven in de gevangenis.”
Voor Goof waren de diensten letterlijk van levensbelang. „Ik heb lange tijd serieus overwogen om een einde aan mijn leven te maken. Door het justitiepastoraat heeft mijn leven weer zin gekregen. Ik zie de toekomst nu zonnig in. Ik heb m’n oude schepen verbrand en ben opnieuw begonnen. Er zijn wel eens tegenslagen, maar gelukkig mag ik van de Heere elke dag opnieuw beginnen. Het geloof is voor mij nu de zingeving om door te gaan met mijn leven.”
Ds. Eerbeek en aalmoezenier Van Iersel tonen zich bezorgd over een plan dat op het ministerie van Justitie circuleert om de taak van justitiepastores aanmerkelijk te verzwaren. Nieuwe geestelijk verzorgers zouden 180 gedetineerden onder hun hoede moeten krijgen, terwijl de norm nu één pastor op 90 gevangenen is. „Er is juist alle aanleiding voor een intensivering van het justitiepastoraat”, zegt ds. Eerbeek, verwijzend naar het versoberde gevangenisregime.
Aalmoezenier P. F. A. Visschers is een van de aanwezige rooms-katholieke pastores bij de presentatie. Ook hij ziet de toekomst somber in. „Ik ben geestelijk verzorger in de penitentiaire inrichting Lelystad. Samen met vier collega’s heb ik 500 gevangenen onder mijn hoede. Er zijn plannen om hier flink uit te breiden. Collega’s erbij krijg ik waarschijnlijk niet. Dat zal de werkdruk aanzienlijk verhogen.”
Aan de belangstelling voor de diensten twijfelt de voorganger geen moment. „We verzorgen een aantrekkelijk en interactief programma waarbij veel wordt gezongen. Zingen geeft een onderlinge band. Liederen als ”Welk een Vriend is onze Jezus” en ”Amazing Grace” zijn bij gevangen erg geliefd. Voor de Kerst hebben we ook een kerstkoortje samengesteld. Prachtig als je die kleerkasten daar ”Stille Nacht” ziet zingen. Het is werkelijk schitterend om met deze mensen te werken.”