„Nog veel werk nodig in Turkije”
De situatie van religieuze minderheden in Turkije is verbeterd, zeker de laatste jaren. Toch moet er, althans op het gebied van de godsdienstvrijheid, nog veel werk worden gedaan alvorens het land kan toetreden tot de Europese Unie.
Dat schrijft de christelijke mensenrechtenorganisatie Jubilee Campaign Nederland in een dinsdag verstuurde brief aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. In de brief brengt Arie de Pater, sinds kort projectmanager van de afdeling pleitbezorging van Open Doors International, het vorige maand verschenen rapport ”Godsdienstvrijheid in Bulgarije, Roemenië en Turkije - een beoordeling” onder de aandacht van het ministerie. Jubilee Campaign stelde dit rapport op in opdracht van een aantal hulpverleningsorganisaties.
De Pater reageert hiermee op de brief die de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Gül, eind vorige week via zijn Nederlandse collega en EU-voorzitter Bot naar de Tweede Kamer stuurde.
In die brief stelt Gül onder meer dat niet-moslims een „onmisbare en waardevolle erfenis van onze geschiedenis” vormen. Het verdrag van Lausanne en de Turkse grondwet verzekeren volgens hem gelijke behandeling en stellen dat alle burgers gelijk zijn voor de wet, ongeacht hun religie. Verschillende wetten over deze zaken zijn recent aangepast. De niet-moslims in Turkije zouden zichzelf met betrekking tot hun rechten en verantwoordelijkheden als „volledig gelijkwaardig” aan andere burgers beschouwen.
De Pater, voorheen directeur van Jubilee Campaign Nederland, schrijft in zijn brief aan het ministerie van Buitenlandse Zaken zich niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat de Turkse minister zich „vooral richt op de ’traditionele’ niet-islamitische religies, zeker waar gesproken wordt over „een onmisbare en waardevolle erfenis van onze geschiedenis.”
Twee alinea’s later wordt verwezen naar het verdrag van Lausanne. In de praktijk wordt deze overeenkomst alleen toegepast op een selecte groep ’oudkomers’. De ’nieuwe’ gelovigen die in het rapport van Jubilee Campaign worden geïnterviewd zullen de daarop volgende alinea die begint met: „Onze niet-moslimburgers beschouwen zichzelf met betrekking tot hun rechten en verantwoordelijkheden als volledig gelijkwaardig aan andere burgers” op dit moment nog niet onderschrijven.
Verwijzend naar het Jubilee-rapport merkt De Pater op dat dit de positieve ontwikkelingen in Turkije, waar het gaat om de vrijheid van godsdienst, onderschrijft. „Er blijft echter nog heel wat te verbeteren over, met name voor de ’nieuwe’ niet-islamitische religies.”
Hij laat het ministerie van Buitenlandse Zaken vervolgens weten het zeer op prijs te stellen „als ook het recht op godsdienstvrijheid van nieuwe religies in Turkije (nogmaals) nadrukkelijk aan de orde zou worden gesteld. Ook al vormen zij een zeer kleine minderheid in de Turkse samenleving, ook zij hebben recht op volledige vrijheid van godsdienst en moeten dus ook in staat worden gesteld om hun geloof in alle vrijheid te belijden. Daarbij hoort ook dat zij zowel juridisch als praktisch de mogelijkheid krijgen om een plaats van samenkomst te openen en te onderhouden.”
In zijn rapport doet Jubilee Campaign Nederland de aanbeveling een „publieke campagne” te gaan voeren „om de houding van de (Turkse) politie en de samenleving ten opzichte van religieuze minderheden te veranderen.”
Het rapport maakt verder melding van onder andere de sluiting van een kerk in Bodrum, op 24 september, door de plaatselijke autoriteiten. Na protest werd de kerk meteen heropend. „Volgens Behnan Konutgan van het Turks Bijbelgenootschap komen incidenten als deze ten minste maandelijks voor.”
Eerder deze week verklaarden ook CDA, ChristenUnie en SGP niet tevreden te zijn met de brief van de Turkse minister van Buitenlandse Zaken.