Geef peuter en kleuter tijd om te spelen
Groep drie was ooit klas één, groep acht klas zes. Je ging pas naar school als je zes jaar oud was. Vroeg genoeg, zo was de heersende gedachte. Met de samenvoeging van de kleuterschool en de lagere school in 1985 ontstond het basisonderwijs. Achterliggend idee: een ononderbroken ontwikkelproces tussen vier en twaalf jaar op één school.
Inmiddels kunnen peuters op tweejarige leeftijd meedoen met voorschoolse educatie op de kinderopvang als ze het risico lopen op een onderwijsachterstand. Sommige linkse politieke partijen pleiten zelfs voor de introductie van een brede school waar kinderen tussen 0 en 12 in één gebouw zitten. In aanloop naar een Kamerdebat donderdag stelde D66 de minister vragen of het goed zou zijn leerdoelen op te stellen voor de kinderopvang, om „duidelijk te maken wat kinderen moeten hebben geleerd als ze doorstromen naar het basisonderwijs.”
De Brancheorganisatie Kinderopvang luidde in aanloop naar het debat de noodklok. Kinderen moeten vooral spelen, want dan leren ze optimaal. Alles wat de speelruimte inperkt, moet een halt worden toegeroepen, aldus de brancheorganisatie. Daarom: geen leerdoelen voor kinderen tot zes jaar.
Deze oproep van de brancheorganisatie verdient alle steun. Dat die de leerdoelen buiten de deur wil houden, is terecht: kinderopvang is geen school. Maar ook op basisscholen zijn de druk en drang groot om kleuters veel te leren op het gebied van taal en rekenen. Wie zich verdiept in wat ze zoal moeten kunnen voordat ze doorstromen naar groep drie staat versteld. Zo zijn er basisscholen waar kinderen aan het eind van groep twee al meer dan het halve alfabet moeten kunnen herkennen en deels moeten kunnen schrijven. Soms gaat dat zelfs gepaard met toetsmomenten voor kleuters.
Spelen wordt te vaak gezien als vrijetijdsbesteding of als onderbreking van wat er in de klas wordt geleerd. Het tegendeel is waar, aldus directeur Emmeline Bijlsma van de Brancheorganisatie Kinderopvang: spelen is cruciaal voor het peuterbrein. Ze waarschuwt daarbij voor spelenderwijs leren. „Zo’n aanpak mondt snel uit in druk van bovenaf. Een kind moet zélf spelend zaken oppikken.” Pas als een kind zes jaar oud is, is het toe aan leren lezen, schrijven en rekenen.
Daar komt bij dat nadruk op gecijferdheid en geletterdheid in de kleuterklas negatieve gevolgen heeft, waarschuwde orthopedagoog prof. dr. Sieneke Goorhuis-Brouwer al eerder. Het gaat niet alleen ten koste van het spontane leervermogen van kinderen, het doet ook afbreuk aan hun zelfvertrouwen en het doet de ontwikkeling van sociale en emotionele vaardigheden ondersneeuwen.
Basisscholen hebben alle reden en vrijheid om de ontwikkeling van jonge kinderen recht te doen. Daarmee eerbiedigen ze hun Schepper en de kleuters zelf. Zoals een leerkracht eerder in het Reformatorisch Dagblad schreef: een grasspriet gaat ook niet harder groeien als je eraan trekt, integendeel.